21 December 1920
268
Commissie als volgt
»Bij volgno. 106 geeît een der leden te kennen, dat
„bij de regeling der loonen van de gemeentewerk-
„lieden beide partijen in den Raad gevoelden, dat er
iets ontbrak aan de loonregelingover kindertoeslag
„staakten de stemmen en een voorstel tot verhooging
„met 45 cent verwierf een flinke minderheid hierom
„verdient het volgens dat lid de aandacht deze zaak
»terug te brengen naar de Commissie van Overleg
„voor de Werklieden, die misschien eene oplossing
„zal weten te vinden. De gemeentewerklieden toch
„mogen niet de dupe worden van het verschil van
„opinie dat in den Raad heerscht.
Het andere lid vond het beter, zoo kort na de
„beslisslng door den Raad, voorloopig de zaak te
„la'en rusten".
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders
eveneens in overweging geven, deze zaak nu te laten
rusten, daar in September alles is uitgewerkt.
De heer Van Unen zou wel iets willen zeggen over
het artikel der begrooting zelf Hij zou willen voor-
stellen geen nieuw werkman aan te stellen en het
bedrag te verminderen met f 1862.
De Voorzitter antwoordt, dat er heel wat meer we-
gen zijn gekomen. De Opzichter is er daarom voor
nog een werkman aan te stellen.
De lieer de Boer vraagt, of het meer de bedoeling
is een straatmaker aan te stellen.
De heer de Wilde denkt, dat het de bedoeling is
iemand die misschien al lang in lossen dienst is, van
een vaste aanstelling te voorzien.
De heer Van Unen zou zoo iemand in lossen dienst
willen laten blijven.
I»e heer Dr, Droog deelt mede, dat men iemand
na een bepaalden tijd vast moet aanstellen.
De Voorzitter zegt. dat men hem dan ergensanders
zou moeten onderbrengen.
De heer Van Unen vindt, dat wanneer hij dan on-
der een anderen posl gebracht wordt, men er wel mee
kan uitscheiden Spreker heeft zoo'n idee, dat aan
Openbare Werken de zaak aan den royalen kant wordt
behandeld. Hij heeft er niet op tegen, een man, die
al lang in lossen dienst is, nu vast aan te stellen,
maar het steeds uitbreiden van personeel moet men
tegengaan.
De heer Dr. Droog vestigt de aandacht op de ster-
ke uitbreiding van de wegen, zooals weer door den
