28 December 1920
- 289
De Voorzitter vindt het altijd gemakkelijk, dat een
complex strafen dezelfde soort van namen draagt,
omdat ze dan beter te vinden zijn. Zoo is ook al ge
zocht naar namen voor schilders- en bloemenwijken,
terwijl hier meer gedacht is aan verschillende vvapens
De heer Tates kan zich indenken, dat men zoo
gedacht heeft, maar als men in de lijn wil blijven zou
hij deze straat „Houtvaartstraat" willen noemen, naar
de tioutvaart in de nabijheid.
De Voorzitter zegt, dat de naam Houtvaartpad er
al is. Neemt men nu Houtvaartstraat, dan geeft dat
verwarring, waardoor dikwijls de brieven verkeerd
geadresseerd worden
De heer Tates geeft toe. dat er al een Houtvaartpad
is. Hij zou dit pad echter willen noemen Houtvaart
kade en stelt voor deze nieuwe straat Houtvaartstraat
te noemen.
Dit voorstel wordt ondersteund door den heer Vring.
De heer Van Unen kan zich voorstellen, dat gezocht
wordt naar een complex namen, die verband houden
met elkaar. Hij vindt dit wel een beetje noodlotiige
namen en als men doorgaat, ziet hij nog eens komen
een torpedostraat. een mitrailleurstraat enz. Er zijn nu
pas vier van die nijdige straten, hij zou deze willen
omdoopen en daaraan namen van anderen aard geven.
De Voorzitter vraagt, of hij Uegenstraai" geen
goederi naam vindt
De heer Van Unen aniwoordt, dat Degenstraat nog
al een rustige naam is, maar men loopt vast met deze
zachtzinnige namen en vervalt dan in namen als Ge-
vechtstraai en dergelijke.
De heer Vring: Dikke Berthastraat.
De heer Van Unen gevoelt er veel voor om dit
voorstel aan te houden en om iets te zoeken, wat
minder moorddadig klinkt,
De Voorzitter merkt op, dat ook al genoemd is
de naam Sabelstraat. Burgemeester en Wethouders
houden niet aan den naam vast.
De heer Preyde zegt, dat men zou kunnen beginnen
met namen van dichters.
De heer Dr. Droog vindt, dat men de wapens ook
in goeden zin kan gebruiken.
De heer Van Unen zegt, dat men met rustige namen
van wapens spoedig aan 'teind is.