25 FEBRUARI 1921
25
De heer Tromp zegt, dat het in andere Gemeenten
ook genoeg gebeurt, dat ze in zoo'n geval een ande-
re betrekking krijgen.
De heer Vring deelt mede, dat de gemeente Haar-
lem bij ontslag 1 maand salaris per dienstjaar geeft.
Hij zou de onbillijkheid tegenover de lantaarnopste-
kers goed willen maken. Het kan een bedrag zijn van
ongeveer f70.— per man en dat is nog wel een be-
drag om er overheen te stappen.
De Voorzitter zegt, dat het meer een kwestie van
beginsel is.
De heer Vring merkt op, dat nu streng aan het
beginsel wordt vastgehouden, maar dat men in zake
de aanstelling daar toch wel van afgeweken is
De Voorzitter antwoordt, dat dit goed gemaakt is
door ze als vaste werklieden te ontslaan, zoodat ze
niets te reclameeren hebben. Spreker ontraadt het
daarvan af te wijken, omdat men dan een heel moei-
lijk precedent schept. Burgemeester en Wethouders
moeien zich toch houden aan het door den Raad vast-
gestelde reglement.
De heer Tromp zegt, dat de Raad ook heeft beslo-
ten, dat losse werklieden na een diensttijd van 104
weken moeten worden ontslagen of vast moeten wor-
den aangesteld Waarom is die bepaling dan ook niet
uitgevoerd
Ue Voorzitter weet niet, wat daarvoor aanleiding
is geweest
üe lieer Tromp acht het consekwent, dat de vast-
aangestelden voorgaan bij de losse werklieden, zoo-
dat de losse werklieden het eerst dienen te worden
ontslagen Wanneer aan zoo'n vasten werkman de
gelegenheid wordt geboden om in de plaats van den
laatstaangestelden lossen werkman vast aangesteld te
worden, en hij is daartoe niet genegen, dan gaat de
gemeente vrij uit en is er geen quaestie van een
cadeautje.
De heer Van der Erf gevoelt hier wel iets voor,
maar kan niet inzien, dat de lantaarnopstekers gelijk
moeten worden gesteld met andere werklieden, die
den geheelen dag in dienst der gemeente zijn.
De heer de Wilde vraagt, wat er tegen is om eens
,e onderzoeken, of er nog plaats voor hen is. Mis-
schien willen ze zelf liever niet.