40
OMLEGGING VAN DEN KADIJK.
6 MEI 1921
Aan den Raad.
In Uwe Vergadering van 22 Maart jl. werden wij
gemachtigd met den heer A. S. Berg, koopman te
Heemstede, in verdere onderhandeling te treden over
de door hem gevraagde omlegging van den Kadijk.
De heer A. S. Berg heeft zich bereid verklaard het
geheele perceel Sectie C no. 817 aan de Gemeente
af te staan, alsmede eene strook grond langs den
Kadijk tot 10 M. uit de waterlijn van de Glippervaart.
In ruil zal hij dan van de Gemeente moeten ont-
vangen een gedeelte van den bestaanden Kadijk, een
en ander zooals dit nader is aangegeven op de voor
U ter inzage nedergelegde situatieteekening.
Verder wenscht de heer Berg, om een gedeelte van
de strook grond langs den Kadijk voor zoover niet
direct benoodigd voor wegverbreeding en thans be-
plant met bloenibollen als tuin te mogen gebruiken
en daarlangs de afscheiding te mogen Iaten staan,
terwijl hij den noordelijken hoek van perceel Sectie
C no. 817 als plantsoen wenscht te zien bestemd.
Wij kunnen ons met dit aanbod vereenigen, omdat
daardoor de toestand ter plaatse aanmerkelijk zal kun-
nen worden verbeterd
Het ontmoet bij ons geen bezwaar een gedeelte van
het terrein aan den heer Berg in gebruik af te staan,
omdat het niet noodig is den Kadijk reeds thans
overal op eene gemiddelde breedte van 10 M. te
brengen. Ook kunnen wij er voor gevoelen op het
terrein Sectie C no. 817 een plantsoentje aan te leggen.
Een ontwerp-besluit wordt U hierbij ter vaststelling
aangeboden.
Heemstede, den 19 April 1921.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
J. P. W. VAN DOORN,
De Secretaris,
A. A. SWOLFS.
Behoort bij de Notulen van den Raad der Gemeente
Heemstede van den 6 Mei 1921.
De Secretaris,
Üe Voorzitter,