6 MEI 1921
59
ol die uitkeering uit een werkloozenkas ontvangen,
uit de herbergen te weren. Hij zou daarom willen
voorstellen het bepaalde sub b en c te schrappen.
Ue Voorzitter vindt het niet zoo ver strekkend. Als
instellingen van weldadigheid gelden beschikbaar stel-
Ien om personen te ondersteunen, dan vindt hij het
ver gaand, dat die gelden, ontvangen van deliefdadig-
heid van anderen, worden verbruikt in de herberg.
Üat geld behoort in het gezin en moet niet voor
sterken drank worden uitgegeven, want dan kan het
in andere gezinnen nuttiger worden besteed. De bepa-
ling sub c lijkt kras, maar deze moest men niet te
kras vinden, want waarvoor wordt contributie betaald
Om mede- arbeiders in geval van werkloosheid een
bestaan te geven. Nu is het toch onsociaai en oncol-
legiaal om zich dan nog te veroorloven van dat uit-
gekeerde geld in de koffiehuizen te gaan drinken.
De heer Van der Erf vindt de bepaling toch wel
heel kras en zegt, dat in een gezin met twee broers,
waarvan één uitkeering krijgt, de andere ook niet
meer in een café mag komen.
De Voorzitter acht het beter, dat het geld aan het
gezin ten goede komt,
De heer de Wilde vraagt, of de bepaling sub b
ook op uitkeering door kerkelijke instellingen van toe-
passing is
De Voczitter antwoordt bevestigend. Die personen
kunnen echter wel naar een verlofslocaliteit gaan.
De heer de Wilde zou c willen behouden, maar
vindt b wat te ver gaand.
De heer Tromp vindt deze overheidszorg wel wat
overdreven De schets is heel mooi, maar spreker
vreest, dat die niet opgaat. Wanneer men een gezin
neemt met 4 kinderen, waarvan één ongelukkig is en
moet worden ondersteund, dan zijn ook de andere
broers de dupe. Ook zouden ze niet meer in die lo-
caliteiten mogen komen voor het bijwonen van een
vergadering. Wat betreft de bepaling sub c, vindt
spieker, dat het nog niet zoover is, dat het drinken
van een borrel als een misdaad wordt beschouwd en
wanneer een werklooze een enkelen keer in een café
komt, dan is dat nog geen schande en ook geen
diefstal. Spreker vindt, dat de gemeente niet het recht
heeft tot een dergelijke overdreven overheidszorg.
Hoe zal het aan de caféhouders bekend gemaakt wor-