6 MEI 1921
60
den, welke personen niet mogen worden toegelaten
en hoe moet het wanneer de caféhouder zegt, die
menschen niet te kennen. Wanneer een huisgezin
tieemstede komt bezoeken en moeder een baby op
haar arm draagt, zal ze niet in een café mogen ko-
men, voor ze het kind bij de deur heeft neergelegd,
want kinderen mogen er niet in komen. Spreker zegt,
dat de verordening niet te handhaven is en is er dan
ook absoluut tegen. Als iemand met 6 kinderen gaat
wandelen en een borrel gaat koopen, dan laat hij de
kinderen toch niet buiten de deur staan,
De Voorzitter deelt mede, dat deze verordening in
twee gemeenten reeds is vastgesteld en aldaar gunstig
werkt.
De heer Van Unen zou b en c willen schrappen
en overigens de verordening willen aannemen,
Hij vindt b een lastig gevalwanneer iemand, die
met bepaald arm is, hulp noodig heeft bijv. voor een
ongelukkig kind, zou niemand uit dat gezin in een
café mogen komen.
De Voorzitter zou dit ook niet kunnen goedkeuren,
wanrieer het gezin door de liefdadigheid boven water
moet worden gehouden.
L»e heer Van der Kloot Meyburg zou b willen inlas-
schen in de verordening voor het Burgerlijk Armbe-
stuur
De Voorzitter antwoordt, dat het dan geen strafbe-
paling wordt.
De heer Van der Kloot Meyburg zou als straf wiilen
bedreigen het niet meer in aanmeiking komen voor
ondersteuning of het laten vervallen van de toelage.
De Voorzitter vindt dit heel moeilijk.
De heer Vring betoogt, dat de bepalingen genoemd
sub b en c te veel in de vrijheid van het individu
ingrijpen en daarom is hij er tegen. Als er vergade-
ring in een café is. dan mogen de personen, die val-
ien onder b of c die vergadering niet bijwonen, terwijl
deze toch wordt gehouden in het maatschappelijk en
zedelijk belang der menschen. De werkloozen-kassen
voorzien al in het bezwaar als wangedrag. Wanneer
iemand een opknappertje neemt, dan is dat toch geen
wangedrag. Deze verordeningen kunnen toch niet
nagekomen worden en zoo'n stapel politieverorde-
ningen kan de politie niet in 't hoofd houden