6 MEI 1921
63
c. de af- en overschrijving, dienst 1921, tot een
bedrag van f1073.
d. overzicht van de verhooging van den post „on-
voorziene uitgaven".
De heer Van Unen verklaart tegen de begrooting
voor Openbare Werken geen bezwaar te hebben. Hij
heeft echter bij de stukken een rapport van den Ge-
meente- opzichter gevonden, waaruit blijkt. dat deze
wel zal zorgen, dat het totaal bedrag in uitgaaf niet
zal worden overschreden, maar dat dit niet zal ge-
schieden voor elken post afzonderiijk. Spreker ziet
daar een gevaar in. Het doel is juist, meer nog dan
vroeger, dat elke post afzonderlijk niet wordt over-
schreden en hij zou wel willen, dat de meening, dat
alleen op het totaal moet worden gelet, verdween.
De Voorzitter zegt, dat dit ook niet de bedoeling is.
Dit is de eerste begrooting voor dat bedrijf en daarom
is deze nog maar in groote trekken aangegeven. Ver-
schillende posten zijn uit de gemeente- begrooting
overgenomen. De Gemeente- opzichter kan er daarom
niet voor instaan, dat geen enkele post wordt over-
schreden, maar het is niet de bedoeling met het geld
rond te springen.
De heer Van Unen zegt wel eens te hebben gehoord
dat wanneer bleek, dat er bij de Rijks begrooting nog
iets over was, op 31 December nog een contract werd
gemaakt, uit vrees dat er anders iets overbleef.
De Voorzitter gelooft, dat men hier dien angst niet
heeft.
De heer Van Unen is met die restrictie voor de
begrooting,
De heer Tates vraagt, waarvoor een bedrag wordt
geraamd voor een tijdelijk teekenaar en een bediende.
De Voorzitter deelt nrede, dat deze post bij de ge-
meente- begrooting reeds is goedgekeurd en dus thans
op de begrooting voor Openbare Werken wordt
leruggevonden
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming be-
sloten conform het advies van de Financieele Com-
xvii missie*
AV" XVII. Vaststelling comptabiliteitsbesluiten.
Comptabi- De Financieele Commissie stelt voor ongewijzigd
liteitsbesl. vast te stellen