6 MEI 1921
65
die reden noodzakelijk". Spreker zou willen hebben,
dat de toelichting luidt: „üeze uitgaaf is toegestaan
bij dat of dat raadsbesluit", zooals bijv. het geval is
bij de uitgaaf voor malariabestrijding en het pensioen
voor oud- wethouder Peeperkorn. Hij weet wel, dat
het usance is om zoo niet te doen, maar er is heel
veel voor te zeggen.
De Voorzitter zegt, dat dit niet altijd even gemak-
kelijk is voor Burgemeester en Wethouders. Voor
iedere bestelling zou men dan bij den Raad moeten
komen.
De heer Van Unen acht dit niet noodig, wanneer
het kleine bedragen betreft, maar wel wanneer, zooals
thans, een post met f 1740. of bijna 50 pCt is oveischre-
den. Zooiets wil hij tevoren reguleeren en niet achteraf.
De Voorzitter wil trachten dit zooveel mogelijk te
doen. doch vreest, dat het tot groote moeilijkheden
aanleiding zal geven
Oe heer Van Unen geeft dit toe, maar vindt het
wel goed de koorden van de beurs een beetje meer
in handen te houden.
De Voorzitter zegt, dat het is alsof Burgemeester
en Wethouders de koorden niet goed vast hebben,
De heer Van Unen zegt dit niet te bedoelen doch
vindt het een groot verschil dergelijke zaken vooraf
dan wel achteraf te regelen. In de 4e Suppietoire be-
grooting heeft hij gezien, dat een bedrag van f 28000
wordt gevraagd voor het weder opbouwen van het
gebouw van den Reinigingsdienst, terwijl door de
verzekering ruim f 10.000 is uitbetaald. Hij had gedacht
dat dit wel iets voor een afzonderlijke voordracht zou
zijn. Spreker vraagt, of de verzekering wel op fat-
soenlijke hoogte was, of wel het nieuwe gebouw veel
grooter is geworden.
De Voorzitter zegt, dat er eerst een houten gebouw
stond en het nu een steenen gebouw is geworden.
De heer Van Unen liad het juister gevonden Oit in
den Raad te brengen.
üe heer de Wilde meent. dat wel de opbouw is
goedgekeurd, maar de aanneemsom flink is overschre-
den
De heer Van Unen zegt, dat die som nooit in den
Raad is genoemd.
De Voorzitter antwoordt, dat tot wederopbouw is
besloten.