5
Voor eene afwezigheid van meer dan 3 dagen be-
hoeven zij verlof van Burgemeester en Wethouders
In elk geval zorgen zij voor het verlaten der ge-
meente, dat in den dienst ten genoegen van Burge-
meester en Wethouders voorzien zijzij zullen elkan-
der daarin zooveel doenlijk bijstaan. Zij zorgen dat
het steeds bij den Burgemeester bekend is, wiehunne
praktijk in geval van afwezigheid waarneemt.
Artikel 18.
Ingeval de artsen of de vroedvrouw nalatig zijn in
de vervulling hunner verplichtingen zal ten hunnen
kosten door Burgemeester en Wethouders in den dienst
worden voorzien welke eventueel te maken kosten
van hunne jaarwedde zullen afgehouden worden.
Artikel 19.
De betaling der jaarwedden geschiedt maandelijks.
Bij ontslag wordt de jaarwedde betaald tot den dag,
waarop het ontslag ingaat bij overlijden tot en met
üen dag, van het overlijden
Bij overlijden wordt aan de nageiaten betrekkingen,
indien de overledene gehuwd was of een of meer
minderjarige kinderen nalaat een toelage verleend
gelijk aan de laatste bezoldiging van den overledene,
berekend over een tijdvak van drie maanden.
Art. 20.
Deze instructie treedt in werking op 1 Juni 1921.
Op dat tijdstip vervalt de instructie voor de Ge-
meente-artsen en vroedvrouw van 1 Augustus 1907,
laatstelijk gewijzigd den 9 September 192^. no. 75.
De gemeente-artsen en vroedvrouw, die bij het
inwerking treden dezer instructie in functie zijn, wor-
den allen in hunne (hare) betrekking gehandhaafd,
indien zij, het bericht van ontvangst der instructie van
Gedeputeerde Staten bij het Gemeentebestuur zijnde
ingekomen, binnen eene maand, nadat hun daarvan
door het gemeentebestuur mededeeling is gedaan, eene
schriftelijke verklaring zullen hebben afgelegd. dat zij
de bepalingen dezer instructie, ieder voor zoover hem
(haar) aangaat, aanvaarden.
Gedaan ter Openbare Vergadering van den
1921. 6
De Secretaris, De Voorzitter.