49
16 JUNI 1921
3
Artikel 8.
Het benoodigd materiaal, benevens alle kantoor-
en schriftbehoeften, worden hem ten koste der ge-
meente verstrekt.
Artikel 9.
Hij houdt zijn boeken volgens door Burgemeester
en Wethouders te geven modellen.
Hij draagt zorg. dat de ontvangsten en uitgaven
onverwijld in de daarvoor bestemde, door den Burge-
meester gewaarmerkte registers worden ingeschreven.
Indien naar zijne meening eenig bezwaar tegen de
betaling op een mandaat bestaat, zal hij de betaling
daarvan uitstellen en daaromtrent onverwijld kennis
geven aan Burgemeester en Wethouders.
Artikel 10.
De kas wordt door hem bewaard op de wijze door
hem in overleg met Burgemeester en Wethouders te
bepalen.
De niet direkt noodige kasmiddelen worden door
hem terstond belegd bij een door den Gemeenteraad
aangewezen instelling. De voorschriften, daarvoor door
den Gemeenteraad gegeven, worden nauwkeurig door
hem opgevolgd.
ls ten name der gemeente eene rekening bij den
postcheque- en girodienst geopend, dan kan de ont-
vanger over die rekening per giro en per cheque be-
schikken, behoudens dat het advies omtrent de be-
schikking per cheque, behalve door hem ook door
den Burgemeester moet zijn geteekend.
Postcheques mogen uitsluitend worden gebezigd tot
aanvulling van de gemeentekas en niet tot het voldoen
van vorderingen.
Artikel 11.
Hij legt op door Burgemeester en Wethouders te
bepalen tijdstippen aan hen over een staat der ont-
vangsten en uitgaven in den vorm als door hen wen
schelijk wordt geacht. Bij het daarop vermeld kas-saldo
wordt melding gemaakt van het bedrag, dat op de
postcheque- en girorekening is goedgeschreven.
Artikel 12.
De rekening over elk dienstjaar wordt door hem
telkens uiterlijk den 15 Juli na dat dienstjaar bij
Burgemeester en Wethouders in drievoud ingediend.