54 16 JUNI 1921 2 Met de voorstellen genoemd sub a en b kunnen wij ons vereenigen. Ook het voorgestelde onder c ontmoet bij ons geen bezwaar. Deze wijziging brengt met zich mede een meer gunstige regeling voor de nagelaten betrekkingen van een overleden ambtenaar, zonder daardoor de financiën der gemeente te bezwaren. Wij meenen echter aan deze wijziging te moeten toevoegen, dat Burge- meester en Wethouders voor elk bepaald geval zullen uitmaken, wie als kostwinner kan worden aangemerkt. lnzake het voorstel onder d. meenden wij het ziek- tegeld gedurende 9 maanden ten voile te moeten uit- keeren. Wij achtten het billijk daaraan een regeling toe te voegen voor personen, die nog slechts korten tijd in dienst dezer Gemeente zijn. Idoewel ons Col- lege in het algemeen gevoelt, voor eene wachtgeld- regeling wenschen wij geen nieuwe elementen in de bestaande verordening op te nemen, nu een wetsont- werp aanhangig is, waarbij o.m. ook dit onderwerp wordt geregeld. Gewijzigd, zooals hiervoren is aange- geven, is het voorstel van de C.v.O. voor de ambte- naren door ons overgenomen en om advies gezonden aan de C.v O. voor het Politiepersoneel. Deze Commissie kon zich in het algemeen met ons voorstel vereenigen. Zij had zich echter evenals de andere ambtenaren, bij ziekte een gunstiger regeling gedacht. In afwachting van de tot standkoming van de Rechtstoestandwet, waarin ook zal worden opge nomen een regeling bij ziekte, kon de Commissie er zich ten slotte mede vereenigen om bij ziekte gedu- rende 12 maanden vol salaris uit te keeren. Zij advi- seert bovendien te bepalen, dat wanneer een ambte- naar in een sanatorium moet worden opgenomen, de gemeente voor den duur van ten hoogste twaalf maan- den de kosten van verpleging betaalt, terwijl in dat geval aan het gezin, gedurende deze verpleging, 80 pCt. der jaarwedde wordt uitgekeerd. Het advies van de C.v.O, voor het Politie-personeel heeft daarna een punt van behandeling in onze ver- gadering uitgemaakt. Wij kunnen ons ten slotte er mede vereenigen om bij ziekte gedurende een jaar het volle traktement uit te betalen, temeer daar reeds op 29 April 1920 door den Raad een gelijke regeling is getroffen voor het onderwijzend personeel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1921 | | pagina 36