71
YERORDENING OP DE INVORDERING
EENER BELASTING OP DE HONDEN
1N DE GEMEENTË HEEMSTEDE.
18 AUGUSTUS 1921
De Raad der gemeente Heemstede
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders
BESLUIT
Vast te stellen de volgende Verordening
Verordening op de invordering eener belasting
op de honden in de gemeente Heemstede.
Artikel 1. De invordering van de Hondenbeiasting
geschiedt door den gemeente ontvanger.
Artikel 2. Het model van het aanslagbiljet wordt
door Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Het
vermeldt, behalve hetgeen daaromtrent bij art. 265a
der gemeentewet is voorgeschreven, de plaats waar
de betaling moet geschieden, de dagen en uren waar-
op voor de ontvangst wordt zitting gehouden en
de uitnoodiging tot betaling voor of op den verval-
dag in art. 5 dezer verordening bedoeld, op straffe
van vervolging.
Artikel 3. De gemeenteontvanger of hij, die namens
hem en op zijne verantwoordelijkheid ontvangt, is
verplicht van iedere betaling onmiddellijk kwitantie op
het aanslagbiljet te stellen.
Geen betalingen worden voor geldig gehouden, dan
die blijken uit een eigenhandige kwiteering op dat
biljet, hetzij van den gemeenteontvanger, hetzij van
dengene, die namens hem ontvangt.
Bij de be^aling wordt door of namens dengemeen-
teontvanger kosteloos voor elken hond een metalen
kenteeken uitgereikt, volgens een mcdel door Burge-
meester en Wethouders jaarlijks vast te stellen. Het
kenteeken moet door den hond op zichtbare wijze
aan een haisband worden gedragen.
Indien het kenteeken in het ongereede mocht zijn
geraakt wordt een nieuw verstrekt tegen betating van
50 cent.
Artikel 4. De belastingplichtigen worden op kc-
hieren gebracht. De kohieren worden opgemaakt en
vastgesteld door den Controleur der Gemeentefinan-
ciën. Zij, die door eenig verzuim niet op het oor-
spronkelijk kohier zijn gebracht enzij, wier belasting-
plichtigheid in den loop van het belastingjaar is ont-
staan, worden op aanvullingskohieren gebracht.
Artikel 5. I)e aanslagen zijn in een termijn invor-
derbaar. Deze termijn vervalt op den negentigsten
dag nadien van de dagteekening van het aanslagbiljet.
De verschuldigde belasting is dadelijk invorderbaar
zoodra de aangeslagene de gemeente metterwoon