71
18 AUGUSTUS 1921
verlaat, in staat van faillissement is verklaard of op
zijne roerende of onroerende goederen executoriaal
beslag is gelegd.
Artikel 6. De invordering der belasting geschiedt
overigens overeenkomstig de artikelen 258 tot en met
262 der Gemeentewet.
Artikel 7. Binnen drie maanden na afloop van het
belastingjaar doet de Ontvanger aan Burgemeesteren
Wethouders een staat toekomen van de posten, wel-
ke nog niet zijn ingekomen, met vermelding van het-
geen door hem ter invordering is gedaan en met
advies welke posten naar zijn oordeel voor oninvor-
derbaarverklaring moeten worden voorgedragen.
Burgemeester en Wethouders doen deze stukken
aan den Raad toekomen met een ontwerp- besluittot
oninvorderbaarverklaring van die posten, welke naar
hunne meening daarvoor in aanmerking komen.
Het besluit van den Raad, waarbij aanslagen cnin-
vorderbaar worden verklaard, ontheft den Gemeente-
ontvanger van verdere pogingen tot invordering.
Artikel 8. De houder van een hond, die ingevolge
art. 2 der Heffingsverordening voor deze belasting
geacht wordt houder te zijn, is verplicht daarvan in
de maand Januari 1922 aangifte te doen op de wijze
als in het volgend artikel omschreven, wanneer hij,
een lid van zijn gezin of een daarbij inwonend per-
soon vöör 1 Januari 1922 reeds houder van dien
hond was.
Artikel 9. Ingeval artikel 8 niet van toepassing is,
is de houder van een hond, of hij, die ingevolge art.
2 der heffingsverordening geacht wordthouder te zijn,
verplicht binnen acht dagen, nadat hij, een lid van
zijn gezin of een daarbij inwonendpersoondien hond
is gaan houden of in het bezit daarvan is gekomen,
daarvan aan den Controleur der Gemeentefinancien
aangifte te doen en daarbij de opgaven te verstrek-
ken, die deze voor eene juiste heffing der belasting
noodig acht.
De formulieren van aangifte. waarvan het model
door Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld,
zijn kosteloos verkrijgbaar. Van de aangiften wordt
desverlangd, een bewijs van ontvangst afgegeven.
Artikel.10. Het toezicht op de naleving der bepa-
lingen dezer verordening geschiedt door de dienaren
van politie en de verder door Burgemeester en Wet-
houders aan te wijzen ambtenaren.
Artikel 11. Deze verordening treedt in werking
den 1 Januari 1922 alsdan vervalt de thans gelden-
de verordening op de invordering eener belasting
op de honden.
Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van
den Raad der gemeente Heemstede, den 18 Augus-
tus 1021.
De Secretaris,
De Voorzitter,
-