15 SEPTEMBER 1921.
146
De heer Breed merkt op, dat de Gemeente over de
inwendige inrichting nu toch ook al niets te zeggen
heeft.
De Voorzitter komt in de vergadering terug.
De heer Dr. Droog zegt, dat het idee is geopperd
om de zaak aan het Rijk over te laten. Het Rijk is
dan natuurlijk ook heelemaal vrij in de plaats waar
het kantoor komt en in de keuze van inrichting.
De Voorzitter gelooft wel, dat wanneer de Gemeente
bouwt, het haar wat geld zal kosten. De Gemeente
heeft dan echter de zaak in handen en iets te zeggen
over den gevel, de indeeling en de plaats waar het
gebouw moet komen.
De heer Breed zegt, dat het Rijk toch grond moet
koopen, als het zelf bouwt.
De heer Tromp vindt, dat het heelemaal geen be-v
zwaar meer is, dat het Rijk een leelijk gebouw sticht,
omdat dat in deze gemeente al zoo algemeen wordt.
Laat het Rijk maar zijn gang gaan als het voordee-
liger zou zijn, was het Rijk zelf wel gaan bouwen.
De Voo'rzitter: Maar als het oude Postkantoor dan
eens blijft
De heer Tromp zegt, dat dit niets hindert.
De Voorzitter vindt, dat het bestaand gebouw in
grove mate hindert. Het personeel heeft daar efen on-
aangename werkplaats en voor het publiek is t een
onmogelijk wachtlokaal. Spreker gelooft, dat men dan
heel erg achterop is. Men wil thans van het besluit
afwijken om zelf te bouwen. De bouwmeesfer was
toch al gekozen en een offer had de gemeente er
voor over. Er is reeds heel veel met het Rijk over
deze zaak gecorrespondeerd. Laat men nu alles aan
't Rijk over dan heeft de Gemeente ook niets meer
te zeggen.
De heer de Wilde zegt, dat de huur van het oude
kantoor eigenlijk opgezegd is en vraagt, wat er ge-
beurt als het Rijk niet in een nieuw kantoor voorziet.
De Voorzitter antwoordt, dat men de Post niet op
straat kan zetten. Voor een plaats als hier is het oude
kantoor onhoudbaar.
De heer Jhr. van de Poll vindt, dat men ook wat
voor de ingezetenen moet doen.
De heer Dr. Droog vindt, dat men efen mal figuur
maakt, als men nu de zaak aan 't Rijk overlaat. Men
had dit eerder moeten bedenken en niet als er reeds
een tijd lang met het Rijk onderhandeld is.