15 SEPTEMBER 1921.
138
H.F.C. wil hij buiten beschouwing laten. Tereerevan
het jaarfeest wordt er een plaatselijke muziek-ver-
eeniging bijgehaald en nu begrijpt spreker niet, dat
éen wedstrijd met muziek een lolletje is en zonder
muziek, sport. Spreker zou graag willen, dat de be-
lasting er af ging en dat de kleine clubs ongemoeid
worden gelaten en alleen de grootere vereenigingen,
zooals H.F.C. door de belasting worden getroffen.
Er is hier geen vereeniging of zij heeft een noodlij-
dend bestaan en daarom is hij het volkomen eens
met den heer Van der Erf om vak-vereenigingen en
ook kleine sport-vereenigingen vrij te stellen, want
anders zal er geen een overblijven.
De Voorzitter wijst er op, dat geen belasting is
verschuldigd voor wedstrijden in de open lucht wan-
neer de toegangsprijs niet meer dan 10 cent bedraagt.
Deze bepaling is in hoofdzaak opgenomen voor de
kleinere vereenigingen.
De heer Vring zegt, dat de entree-prijs dan ver-
laagd moet worden, omdat deze in den regel 15
25 cent bedraagt. Wanneer men bij zoo'n wedstrijd
100 menschen ziet, dan is dat al heel veel.
De Voorzitter rnerkt op, dat men bij gewone wed-
strijden zelden muziek heeft, ook niet bij die van
H.F.C. Is er muziek bij, dan heeft het meer een feest-
karakter en komt er gewoonlijk ook meer publiek bij.
Spreker acht het dan ook niet onbillijk om f 25,—
extra te heffen, wanneer de wedstrijd door muziek
wordt opgeluisterd.
De heer Vring zegt, dat men juist de muziek te
baat neemt in het belang van de noodlijdende kas.
Door de hooge belasting zal er minder publiek komen.
De Voorzitter vindt, dat wanneer men van andere
zijde hoort, dat de mengchen in de tram en in de
barbierswinkels dikwijls iets extra geven, ze ook wel
10 of 20 pct. belasting kunnen geven en daarvoor
niet thuis zullen blijven.
De heer Tromp verklaart de mededeeling van den
heer de Boer niet te willen onderschrijven.
De heer de Wilde gelooft wel, dat het dikwijls
gebeurt, maar dit houdt toch geen verband met de
belasting.
De Voorzitter zegt, dat wanneer men voor kleine
vereenigingen uitzonderingen maakt, men het paard
van Troje zou binnenhalen en spoedig nog meer uit-