24 NOVEMBER IS21
204
Waterv.
Glip.pad
Kohieren
Hoofdel.
Omslag.
behooren niet bij elkaar. In de vorige vergadering is
al toegezegd, dat het binnen afzienbaren tijd zou ver-
dwijnen.
De Voorzitter meende, dat dit reeds gebeurd was.
De heer Trornp vindt, dat dit hoog tijd wordt. Hij
vestigt daarom nog eens de aandacht er op, want
anders kon het wel eens gebeuren, dat dit urinoir
door anderen wordt verwijderd.
De Voorzitter vindt dit niet zoo erg, als het maar
weer op de plaats wordt neergezet.
De heer Tromp zegt, daarvoor niet te kunnen instaan.
De Voorzitter was overtuigd, dat men er mee
bezig was. Het werk was opgedragen en men hoorde
dat het zou gebeuren. 't Spijt spreker dan ook, dat
dit nog niet gebeurd is.
De heer Tromp zou wenschen, dat degene, die
thans in verzuim is, een opmerking krijgt om in het
vervolg beter de zaken uit te voeren.'
De Voorzitter zal onderzoeken, waaraan dit gelegen
heeft.
De heer Tates zegt, dat ook hij meende, dat het
spoedig zou verdwijnen.
De Voorzitter had niet ge Jacht, dat het er nog stond.
De heer Tates deelt mede, dat er al gereedschap
gemaakt is om het weg te brengen.
De heer Van der iïrf vraagt, of door Burgemeester
en Wethouders al een onderzoek is ingesteld naar
het slechte water in de woningen aan het Glipperpad.
De Voorzitter deelt mede, dat nadat oorspronkelijk
werd gezegd dat de eigenaar voor verbetering zou
zorgen, later bleek, dat de eigenaar dit niet heeft ge-
daan. Hij is toen volgens de verordening aangeschre-
ven om binnen den daarbij bepaalden termijn verbe-
tering aan te brengen.
De heer Van der Erf vraagt, of die bepaalde tijd
erg lang is.
De Voorzitter antwoordt, dat die termijn niet zoo
heel lang is. Hij meent van ongeveer weken. Hij
zal dit nazien en bij overtreding de strafbepaüngen
laten toepassen,
Daar niemand meer het woord verlangt schorst de
Voorzitter de openbare vergadering.
Na heropening der Vergadering deelt de Voorzitter
mede, dat het kohier van den hoofdelijken omslag,