24 NOVEMBER 1921
190
dan ook, dat het niet noodzakelijk is de rioleering
nog verder te leggen.
De heer Vring vraagt, of dit voorstel gced bestu-
deerd is met het oog op de ligging en of dit riool
wel effect zal hebben.
De Voorzitter antwoordt, dat dit riool in verbinding
wordt gebracht met het dichtstbijzijnde groote riool.
Zoolang de plannen voor het nieuwe rioolstelsel niet
gereed zijn, moet men zoo wel büjven doorgaan.
De heer Vring geiooft, dat het wel noodig is die
zaak goed onder de oogen te zien, gezien het eigen-
aardige rioolstelsel dat men heeft en den steeds meer-
deren aanbouw.
De heer Dr. Droog zegt, dat hij plan heeft dezer
dagen een vergadering te houden van de Commissie
voor de Openbare Werken ter bespreking van den
aanleg van het toekomstige groote riool, ten einde bij
uitbreiding der rioleering rekening te kunnen houden
met latere aansluiting op dat riool.
De heer Vring zou daarom in overweging willen
geven dit punt aan te houden.
De heer Dr. Droog gelooft niet, dat hier een andere
aansluiting mogelijk is.
De Voorzitter zegt, dat men met het oog op het
groote plan den aanleg van rioleering niet kan op-
houden. Anders toch zouden de bewoners van die
nieuwe straat worden gedupeerd. 't Is dus wel ge-
wenscht deze rioleering thans aan te leggen.
De heer Waller vindt, dat wanneer dit een riool
wordt met een behoorlijken diameter, aansluiting op
het groote riool later toch altijd tnogelijk is. Men zal
toch niet een riool leggen, dat op de eene plaats 39
op een andere plaats 35 en nog eens op een andere
P'aats 40 c.M, diameter heeft. tr zal toch wel gezorgd
worden, dat er eenheid komt.
De heer Dr. Droog zegt, dat dit wel de bedoe-
ling is.
De heer Tromp vraagt, of dit werk in eigen beheer
wordt uitgevoerd.
De Voorzitter antwoordt, dat rioleeringswerk altijd
in eigen beheer geschiedt.
Vervolgens wordt het ontwerp-besluit zonder hoof-
delijke stemming ongewijzigd vastgesteld.