I
21.
37
15 December 1921.
MEMORIE VAN TOELICHTINQ
29
Hooger geraamd in verband met de bij raadsbesluit van 18 Augustus 1921, no. 71 opnieuw
vastgestelde verordening op de heffing van deze belasting, waarbij deze aanmerkelijk is
verhoogd.
30
Niettegenstaande bij raadsbesluit van 15 September 1921, no. 75 eene nieuwe verordening op de
heffing dezer belasting is vastgesteld waarbij deze in het algemeen verhoogd is, zal raming
als het vorig jaar voldoende blijken te zijn, wegens te verwachten lagere ontvangsten van
voetbalwedstrijden.
31
Hooger geraamd in verband met de ontvangsten over 1920 en 1921.
32
Volgens de ontvangsten in 1920 kan raming tot dit bedrag geschieden, hoewel de opbrengst
altijd wisselvallig is.
33
De opbrengst der vaartgelden wordt op f 100.geschat, de aansluitingen aan het gemeente-riool
op f 1700.de rechten voor het gebruiken van of voor het hebben van particuliere werken
en inrichtingen onder of boven den openbaren gemeentegrond, op f 3000.
Bij de Verordening van 29 April 1920 zijn deze rechten verhoogd het daarin opgenomen tarief
is echter weder gewijzigd bij verordening van 25 Februari 1921, no. 4, wegens voorkomende
onbillijkheden. Bij het inwerkingtreden der gewijzigde verordening wordt de opbrengst aan-
merkelijk minder, zoodat geen hoogere raming dan tot f 3000.kan plaats hebben.
34
Opbrengst der rechten wegens onderhoud van hekken, zerken en grafkelders geraamd op f 600.
Opbrengst der rechten wegens aankoop en huur van graven en begrafenisrechten geraamd op f 1400.
De opbrengst is zeer wisselvallig.
35
Ingaande 1 Januari 1922 zal eene nieuwe verordening op de heffing van schoolgelden in werking
treden, in verband met het bepaalde in art. 208 der Lager Onderwijswet 1920. De opbrengst
kan thans tot dit bedrag geraamd worden.
Verwezen wordt naar de toelichting bij volgn. 176.
J
22
VOLGNUMMER
1
