192137
59
December 1921
\G
MEMORIE VAN TOELICHTING
Transport f 210.
Voor het aanmaken der kachels50.
Voor schoonmaakmateriaal40.
Verder wordt geraamd voor brandstoffen340.
Voor verlichting10.
Voor de groote schoonmaak100.
Totaal f 750,—
148
Voor memorie uitgetrokken.
m.
149
Kosten van het plaatselijk schooltoezicht.
Het maximum bedrag presentiegeld bedraagt volgens art. 9
der verordening van 22 Maart 1921, no. 10f
Kosten Commissie tot wering van schoolverzuim.
Volgens de verordening van 15 Maart bedraagt:
Het presentiegeld der leden
De toelage van den Secretaris
Voor verschillende kleine uitgaven ten behoeve van de in
den post genoemde Commissiën wordt geraamd
75.—
80.—
25.—
70,—
Totaal
f 250.—
150
m.
Kan voorloopig voor memorie worden uitgetrokken.
151
Van het aan de Openbare Lagere School verbonden onderwijzend Personeel wordt de wedde van
één onderwijzeres niet door het Rijk vergoed. Overeenkomstig art. 100 der L. O. Wet 1920,
hebben overeenkomstige bijzondere scholen aanspraak op vergoeding uit de gemeentekas
van de jaarwedde van een onderwijzer, waarvoor het Bestuur der school geen Rijksbijdrage
ontvangt. Als vorig jaar geraamd.
152
Volgens dit artikel vergoedt de gemeente aan de daarvoor in aanmerking komende bijzondere
scholen de kosten van instandhouding dier scholen, met uitzondering van de jaaarwedden
der onderwijzers.
Berekend zijn 800 leerlingen, terwijl de vergoeding is geraamd op f 30.per leerling.
153
Ook in de kosten van het bijzonder vervolgonderwijs kent de gemeente volgens art. 102 een bij-
drage toe, welke bijdrage per leerling berekend wordt op het bedrag, dat gemiddeld per
leerling van het openbaar vervolgonderwijs ten laste der gemeente is gebleven.
Geraamd op nevenstaand bedrag.
MD
1922
R)LGNUMMER