1921.87 61 December 1921. MEMORIE VAN TOELICHTING 154 155 Art. 205 bepaalt, dat voor de terreinen en gebouwen van bijzondere lagere scholen, die eigendom van de schoolbesturen zijn en op 1 Jan. 1921 in gebruik of in aanbouw waren, de gemeenten te rekenen vanaf 1 Januari 1922 aan de schoolbesturen betalen eene jaarlijksche vergoeding, berekend over de geschatte waarde dier terreinen en gebouwen met inbegrip van de school- meubelen, terwijl als grondslag voor die schatting wordt genomen 1 Juli 1914. De vergoeding bedraagt zooveel ten honderd van de geschatte waarde als de drie ten honderd rentegevende nationale schuld op den eersten beursdag van het jaar der schatting voor den verkrijger afwerpt, vermeerderd met een half ten honderd. Bedoelde schatting heeft nog niet plaats gehad, waarvoor nevenstaand bedrag geraamd wordt, berekend naar 6 °/o van f 300.000.f 400.000. Wanneer eene bijzondere lagere school, welke gesticht is met door de gemeente verstrekte gelden, wordt bezocht door kinderen in andere gemeenten woonachtig, dan wordt door die gemeenten bijgedragen in de stichtingskosten dier school. Evenzoo dragen andere gemeenten bij in de kosten van instandhouding bedoeld in art. 101, als- mede in de kosten van het vervolgonderwijs als bedoeld in art. 102 der Wet. Voor zoover nu kinderen, in deze gemeente woonachtig, elders schoolgaan, zal dus door deze gemeente aan die andere gemeenten uitkeering moeten worden verstrekt van bovenbedoelde vergoedingen, waarvoor nevenstaand bedrag wordt geraamd. Gerekend is op 500 kinderen naar eene vergoeding van f 40.per kind. 156 Vastgesteld bij Raadsbesluit van 16 Juni 1921, no. 30. Jaarwedde van den gemeente-arts in Wijk If 1750. idem Wijd II1700. Jaarwedde der Vroedvrouw1100. Geraamd 30 verlossingen van armlastigen f 10.— door de vroedvrouw300,— Totaal f 4850.— MD 10 .922 V0L0NUMMER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1921 | | pagina 165