114
VKRORDENISG OP DE HEFFING VAN
OPCENTEN OP DE HOOFDSOM DER
DIVIDEND- EN TANTIEME BELASTING.
DECEMBER 1921.
l
Boven de in artikel 1 der Wet van 26 Juli 1918
(Staatsblad no. 502) bedoelde opcenten worden op
de hoofdsom der dividend- en tantiêmebelasting we-
gens uitdeelingen en salarissen over een boekjaar dat
op of na 31 December 1921 eindigt, 18 opcenten
geheven.
De heffing geschiedt slechts voor de heltf, voor
zoover de belasting wordt geheven ter zake het in
artikel 10, lid 1 b der We.t op de Dividend en Tan-
tiêmebelasting 1917 bedoe'lde bedrag van ondernemin-
gen die eigen kantoren of andere vaste eigen inrich-
tingen ten behoeve van hun bedrijf in de koloniën of
bezittingen des Rijks buiten Europa of in het buiten-
land bezigen en voor een vierde, voor zoover zij ter-
zake van het bovenbedoeld bedrag wordt geheven
van ondernemingen die hun bedrijf of, is er sprake
van meer bedrijven, hun hoofdbedrijf uitsluitend be-
oefenen in de koloniën of bezittingen of in het bui-
tenland.
Deze verordening treedt in werking den 1 Januari
Zij vervalt met 1 Januari van het jaar, volgende op
het belastingjaar der plaatselijke directe belasting naar
het inkomen, waarin het percentage, dat van het hoog-
ste inkomen is geheven, minder dan 4 bedraagt.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den
Artikel 1.
Art. 2.
1922.
December 1921.
De Secretaris,
De Voorzitter,