4J
115
DECEMBER 1921.
4
Voor ieder kind of pleegkind van den belasting-
plichtige beneden den leeftijd van 14 jaar, dat niet
zelf in de belasting is aangeslagen en waarvan het
onderhoud geheel komt voor rekening van den be-
lastingplichtige, wordt dit onbelastbaar bedrag ver-
meerderd met f/00
Voor ieder persoon, die door ziels- of lichaamsge-
breken niet in staat is in zijn onderhoud te voorzien
en die ten laste van den belastingplichtige is, wordt
dit onbe'astbaar bedrag nog vermeerderd metf/90—.
Als pleegkind van den belastingplichtige wordt
slechts aangemerkt, wie door hem als eigen kind
wordt onderhouden en opgevoed.
Voor de samenstelling van het gezin wordt geno-
men de toestand bij den aanvang van het belasting-
jaar, of bij den aanvang van de belastingplichtigheid
in den loop van het jaar, de toestand op den dag
van den aanvang der be'.astingplichtigheid.
Het belastbaar inkomen wordt afgerond naar bo-
ven tot vcelvouden van f50.
Art. 9.
Bij de vaststelling van liet primitief kohier vvordt
door den Raad bepaald, met welk cijfer de bedragen,
in kolom 5 van het tarief van art. 10 vermeld, zullen
worden vermenigvuldigd.
Dit vermenigvuldigingscijfer zal worden toegepast
bij de berekening van alle aanslagen van éénzelfde
belastingjaar.
Dit vermenigvuldigingscijfer zal zoodanig bepaald
worden, dat het totaal bedrag van het primitief kohier
behoudens het bepaalde in het vijfde lid van dit arti-
kel, ongeveer voldoende is om te komen tot de som,
welke op de goedgekeurde begrooting voor het be-
trokken dienstjaar als opbrengst van den hoofdelijken
omslag is geraamd.
Het cijfer zal behoudens Koninklijke Goedkeuring
niet hooger zijn dan twee.
Het totaal bedrag van het primitief kohier zal het
bedrag, waarmede volgens het vorig lid van dit arti-
kel kan volstaan worden, met ten hoogste vijf percent
mogen overtreffen voor mogelijk oninbare posten.