118
BEZWAREN TEGEN COMMISSÏE VAN
OVERLEG
MEMORIE VAN ANTWOORB OP DE
ADRESSEN DER WERKLIEDENORGANI-
SATIKS „ST. PAULUS' EN
,.DOOR EENDRACHT STERK'
29 DECEMBER 1921
Aan den Raad.
De adressen aan Uwen Raad gericht door de orga-
nisaties der gemeente-werklieden geven ons aanleiding
tot de volgende beschouwingen
De geopperde bezwaren betreffen in hoofdzaak
1. De houding van Burgemeester en Wethouders
ten opzichte van de Commissie van Overleg
2. De ongeneigdheid van Burgemeester en Wet-
houders om met bepaalde voorstellen der Commissie
van Overleg mede te gaan.
Wat het e e r s t e p u n tde houding van Burge-
meester en Wethouders betreft, wordt de klacht geuit,
dat Burgemeesteren Wethouders meenen verschillende
besluiten der Cominissie niet behoeven voorteleggen
aan den Raad.
In antwoord daarop meenen wij te moeten opmer-
ken, dat de besluiten der Commissie, indien daarbij
overeenstemming werd verkregen met den Voorzitter,
vertegenwoordiger van ons College, zoodat zij als
adviezen der volledige Commissie konden worden
beschouwd, in den vorm van voorstellen voor zooveel
noodig ter kennis van Uwen Raad werden gebracht.
Wij herinneren daarbij aan de voorstellen tot loons-
verhooging, om van kleinere wijzigingen in de loon-