118
29 DECEMBER 1921
4
den en ook in de Commissie van Overleg zal dit niet
steeds vermeden kunnen worden. De door sommigen
gehuldigde opvatting dat overleg plegen wil zeggen
„steeds iets toegeven tot overeenstemming is bereikt
î's o.i. niet vol te houden. Zulks geschiedt ook in het
particuliere leven niet en zou een tweesnijdend zwaard
zijn. Immers zou dan bij een voorstel, uitgaande van
Burgemeester en Wethouders dat niet naar den wensch
der^organisaties is, steeds ook van die zijde in meer-
dere of mindere mate toegegeven moeten worden.
Uit de bovenvermelde opsomming van door ons
College of door den Raad aangenomen voorstellen
der Commissie van Overlegkan Uwen Raad voldoende
blijken, dat het overleg niet steeds onvruchtbaar is
geweest. üeen enkele vergadering is er geweest, waarin
niet voor de organisaties winst viel te boeken.
Oezien de vele resultaten, welke onder de werking
van het huidige reglement op de Commissie van
Overleg reeds zijn bereikt, gelooven wij niet dat voor
een goed functionneeren dier Commissie de noodza-
kelijkheid is gebleken om wijzigingen in dat reglement
aan te brengen.
In de laatste vergaderingen der Commissie van
Overleg is behandeld een verzoek om loonsverhoo-
ging, waarvan de kosten ongeveer f 30.000.— per
janr zouden hebben bedragen. Dit verzoek is na am-
pele bespreking en naar onze meening op goede
gronden in de Commissie niet aangenomen, maar
wordt in een der adressen gehandhaafd.
De door de organisaties voorgestelde nieuwe
groepsindeeling met afschaffing van de periodieke
verhoogingen en opvoering der bestaande loonen
tot hun maximum, dus om te komen tot een stan-
daardloon voor iedere loongroep, vergden ruim f8000
(later tot ruim f 7.000 gereduceerd) per jaar meer.
Op deze voorstellen werd door ons afwijzend be-
schiktniet „zonder meer" zooals in een der stukken
wordt opgemerkt, maar namens ons werd aange-
drongen op een voorstel, dat minder kosten mede-
bracht, in elk geval niet meer dan f3000.— per jaar
zou kosten.
Toen de organisaties een dergelijk voorstel liever
aan Burgemeester en Wethouders overlieten, hebben
wij gepoogd aan haar wensch te voldoen, doch etn
dergelijke regeling bleek ons niet mogelijk. Wij zijn