29 DECEMBER 192! 215 betreft de verplaatsing van het urinoir, gelooft spreker niet, dat die zaak thans nog weer eens moest worden opgehaald. Dat de verplaatsing wegens een dreigement is gebeurd, moet spreker van zich afzetten, daar zijn Burgemeester en Wethouders niet gevoelig vocr. De heer Tromp merkt op, dat de zaak toen toch heel gauw klaar was. De Voorzitter antwoordt, dat dit niet door het drei- gement kwam. Hij meende, dat de verplaatsing al gebeurd was en hij vond het zeer onaangenaam te hooren, dat dit niet het geval was. Er is toen op- dracht gegeven het zoo spoedig mogelijk te doen. De heer Tates vindt, dat dit dreigement wel eenigs- zins te billijken was, omdat het zoo Iang geduurd heeft. De Voorzitter meent de verdere opnierkingen van den heer Tromp beter te kunnen behandelen bij de begrooting, ook die betreffende het afrcnden van een post. De heer Jhr. Van de Poll wil nog even wijzen op het gezegde van den heer Van Unen betreffende de opcenten, welke de Raad heeft afgestemd. Die belas- tingen waren alleen voorgesteld met het oog op de onbillijkheid tegenover de forensen. Volgens de oude wet mocht men van de forensen inwoners drie derde heffen en volgens de nieuwe wet twee derde. Er werd toen een vermoedelijk deficit verwacht, omdat n'.en dacht, dat men éénderde zou moeten teruggeven. Hierom werden die opcenten voorgesteld, maar dit is niet doorgegaan. Daar niemand meer algemeene beschouwingen wenscht te houden, wordt overgegaan tot de behan- deling der verschillende begrootingen. Aan de orde is Burgerlijk gQ Begrooting Burgerlijk Armbestuur. De Financieele Commissie spreekt hare voldoening uit, dat de post schrijf- en bureaubehoeften zoo zui- nig is geraamd. Zij stelt voor de begrooting ongewijzigd goed te keuren, bedragende in ontvangst en uitgaaf een gelijk bedrag van f 19.400.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1921 | | pagina 10