29 DECEMBER 1921 220 dat Burgemeester en Wethouders volgens de verorde- ning het recht hebben om extra periodieke verhoo- gingen toe te kennen en dat ze van dat recht gebruik maken, wanneer dit in het belang der gemeente is. De heer Tromp kan zich voorstellen, dat Burge- meester en Wethouders van dit recht gebruik makeii, maar hij zou willen voorstellen daarmede uit te schei- den, tenzij de Raad er beleefdheidshalve mee in ken- nis wordt gesteld, zoodat deze de zaak kan nagaan. Thans zoekt men alles na, haalt er vorige begrootin- gen bij, doch vindt niets dat is zeer onaangenaam. Als de salarissen van dien aard waren, dat ze niet door den beugel konden, fiat, dan was daar misschien aanleiding toe, maar nu niet, daar de bezoldiging goed is. Spreker herhaalt„in het land der blinden is éénoog koning". Die f 200.extra krijgt men steeds weer en dat is juist het groote gevaar. Van de ambte- naren mag men verwachten, dat ze hun plicht doen en als ze hun plicht niet doen is het consekwent, dat hun ontslag zal volgen. „En zou U mij nu willen vcrtellen, dat hier ainbtenaren zijn, die niet aan hun plichten voldoen aldus vraagt spreker. De Voorzitter antwoordt„niet zoo, dat ze moeten worden ontslagen". De heer Tromp vervolgt„niet zoo, dat ze geen periodieke verhoogingen krijgen". De Voorzitter betoogt, dat de verordening zoo is gesteld om Burgemeestcr en Wethouders, evenals elk bedrijfshoofd of patroon, een soort speling te geven, evenals in eene particuliere onderneming. De heer Tromp zegt, dat in het particuliere leven de le. klas ambtenaren goed worden bezoldigd. De minderwaardigen gaan er uit. De Voorzitter wijst er op, dat Burgemeester en Wethouders door de verordening aan handen en voe- ten zijn gebonden. Daarom juist is er nog een zekere ruimte gesteld om zich te helpen. De heer Trcmp vindt, dat de bedoeling van een salarisregeling is, dat deze zal gelden voor goede ambtenaren. Is het salaris niet voldoende, dan moet er saîari s verhooging komen. De Voorzitter antwoordt, dat men bij de loontabel- len en bij de salarisregelingen tusschen twee muurtjes zit, het minimum en het maximum. Daartusschen moet eenige vrijheid blijven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1921 | | pagina 15