29 DECEMBER 1921
251
enkele loonen iets moest afnemen om de kosten van
andere loonen, die zouden stijgen, goed te maken.
Dit zou al heel toevallig zijn en daarom moet er op
gerekend worden dat het geld zal kosten. Die kosten
moeten echter niet worden beschouwd als loonsver-
hooging, maar a!s een nocdzakelijk gevolg van een
andere groepsindeeling.
De heer Vring wijst er op, dat Burgemeester en
Wethouders met f 3000 er geen kans toe zien en de
organisaties ook niet. Hij vermoedt echter, dat het
bedrag van f3000 op de begrooting staat en nu dis-
pcnibe! is.
De Voorzitter antwoordt, dat dit nog niet op de
begrooting staat. Het zal een heele verandering in de
loontabellen moeten brengen die eerst nog in den
Raad moeten worden behandeld. Burgemeester en
Wethouders kunnen dit niet op eigen houtje doen.
De heer Vring is verdc r tot de ontdekking geko-
men, dat de notulen der vergaderingen van de Com-
missie op het Raadhuis ter inzage liggen. De organi-
saties krijgen dus geen notulen thuis. De werklieden
kunnen zich dus niet op de hoogte van de zaken
stellen, of ze moeten naar het Raadhuis. Dit is niet
zoo erg gemakkelijk. De een heeft daartoe moed, eeu
ander mist dien en als iemand dikwijls op het Raad-
huis komt, dan is er aanleiding zoo iemand met een
zwarte stip aan te teekenen. Hij zou het wenschelijk
vinden, dat deze notulen worden gedrukt of getypt
en dat het Dagelijksch Bestuur en het Hoofdbestuur
van elke organisatie daarvan een exemplaar krijgt.
Het ontvangen van notulen van een Commässie is
een allereerste vraag. Er is om gevraagd maar het is
geweigerd. Er is gezegd, dat ze op het Raadhuis de
notulen kunnen inkijken. Spreker noemt dit klein en
vindt, dat daardoor het georganiseerd overleg niet
vooruit wordt gebracht. De Commissie maakt een
soort pokken en mazelen door. Een vereeniging heeft
zelfs al op het punt gestaan om zich terug te trekken.
Spreker gelooft, dat dit niet alleen te wijten is aan de
organisaties, maar ook voor een groot deel aan de
leiding. Daarom ên Voorzitter ên leden moeten als
gelijkgerechtigden worden beschouwd. Het is niet
een Wethouder die met de werklieden vergadert,
maar een Voorzitter met de Ieden. De Commissie
heeft reeds nuttig gewerkt, maar thans is er een kleine