29 DECEMBER 1921
253
buit. Spreker vindt dat niet verstandig. 't Is een ver-
trouwelijke vergadering en het is niet noodig het
behandelde in die vergadering heel de wereld door
te zenden.
De heer Vring zou dan tot de conclusie moeten
komen dat al de kosten en moeite der werklieden-
vereenigingen, al die verzoeken en rekesten absoluut
onnoodig zijn en dat het geheel aan haar ligt. Spre-
ker is daarvan echter niet overtuigd en wil Iiever
zeggen, dat de schuld aan beide zijden ligt de werk-
lieden toch zouden anders niet zoo'n actie op touw
zetten. Hij zou echter de schuldvraag op zij willen
stellen en de Commissie van Overleg weer samen
Iaten komen om op een gemoedelijke wijze het over-
leg voort te zetten. Misschien dat deze actie dan nog
vrucht zal dragen.
De Voorzitter ziet in deze kwestie geen schuldvraag
ook niet bij de arbeiders. Hij kan echter begrijpen,
dat het een zekere onbevrediging geeft, dat bepaalde
voorstellen van de Commissie van Overleg niet onder
de oogen van den Raad komen. Daarom geven Bur-
gemeester en Wethouders thans de concessie, om dit
voortaan wel te doen en dat is thans het haakje,
waar het kannetje aan hangt. In de verordening is
indertijd gezet, dat de vergaderingen niet openbaar
zijn. Dit is juist gedaan om daaraan het karakter van
vertrouwelijk en gemoedelijk te geven. Nu is het voor
beide kanten niet prettig, dat het besprokene den vol-
genden dag rondgaat, want dit bevordert niet een
openhartige uiting. Daarom is destijds besloten, dat
de notulen ter inzage liggen. Als het blijkt, dat dit
thans moeilijkheden oplevert, dan wil hij met den
Secretaris der Commissie van Overleg bespreken om
de notulen ter inzage te leggen op uren, die daar-
voor voor de werklieden het meest gemakkelijk zijn.
Hij gelooft niet, dat het in het belang van het overleg
is om de notulen de wijde wereld in te zenden. De
Raad kan volgens de verordening in geheime zitting
mededeeling krijgen van het in de Commissie van
Overleg behandelde. Spreker gelooft niet dat de beide
organisaties bedoelen critiek op de verordening uit te
oefenen. 't Was meer het gevoel van onvoldaanheid
en uit het advies kan den Raad blijken, dat het de
bedoeling van Burgemeester en Wethouders is daar-
aan tegemoet te komen. Het advies ter grootte van