29 DECEMBER 1921 214 heel het land en deze schijnt enkele heeren te hebben gepakt. Spreker vindt, dat in deze begrooting tamelijk wel op den tegenwoordigen toestand is gerekend en dat men niet moet beknibbelen op de posten van loonen voor ambtenaren en werklieden. De Voorzilter zegt, dat het gebruik zoo medebrengt, dat hij de algemeene beschouwingen beantwoordt. Een reeks vragen en opmerkingen zijn gedaan en het is eenigszins moeilijk die alle te beantwoorden. De heer Van Unen heeft aangekondigd, dat een bedrag van f 39.000— zou kunnen worden bezuinigd. Spre- ker gelooft, dat men hierop beter kan terugkomen, wanneer de begrooting detailsgewijze wordt behan- deld. Van den heer Tromp heeft spreker verschiilende vragen aangeteekend. Vele daarvan kan hij nu beant- woorden, maar andere zullen eerst in de vergadering van Burgemeester en Wethouders moeten worden be- handeld. Zoo had de heer Tromp op de begrooting enkele posten verwacht, die er niet op voorkomen, zooals het uitvoeren van werken tot bestrijding der werkloosheid. Op het oogenblik zijn juist buitengewocn veel werken onderhanden, die aan de bestrijding der werkloosheid ten goede komen, zooals het maken van een haven, het aanleggen van wegen op de ter- reinen van Valkenburg, op die bij het eiland aan den Bronsteeweg en het in crde brengen der terreinen van Bosch en Hoven. Veel kapitaal wordt daarvocr besteed. De opmerking, dat ter bestrijding der werk- loosheid niets wordt gedaan, is dan ook niet op zijii plaats en spreker gelooft daarom, dat bij het doen van die opmerking niet gedacht is aan de uitvoering van al die werken. Dat niets wordt gedaan voor den bouw van arbeiderswoningen, kan spreker niet toe- geven. Zeer groote bedragen toch zijn uitgegeven voor „St. Joseph" en „de Haemstede". De Voorzitter geeft toe, dat er nog wel woningnood heerscht, maar hij meent het verwijt, dat er niets gedaan wordt van zich te mogen afzetten. De gemeente toch brengt wekelijks een offer in de huursommen der woningen van die vereenigingen. Hetgeen gezegd is over de ambtenaren is al door den heer Vring beantwoord. Het spijt spreker dat, als hij het goed begrijpt, in het debat wordt betrokken een persoon, waarvoor men alle mogelijken eerbied en acl t ng heeft. Hij gelooft, dat men dien niet zoo in het debat moet betrekken. Wat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1921 | | pagina 9