26 JANUARI 1922.
14
De Voorzitter vindt het thans toch vreemd aan de
orde van den dag.
De heer de Wilde vindt daarentegen, dat het niet
zoo heel los van de vorige vergadering staat, omdat
hij zich toen reeds voorbehield een voorstel in te
dienen.
De Voorzitter zegt, dat het dan volgens het regle-
ment van orde schriftelijk had moeten worden inge-
diend. Burgemeester en Wethouders hadden dan kun-
nen zien, of het eerst nog in de Commissie van
Overleg moest worden gebracht. Hij zou in overwe-
ging geven om nu zoo ineens bij de rondvraag geen
beslissing te nemen.
De heer de Wilde zegt, dat wel meer beslissingen
bij de rondvraag zijn genomen, maar hij kan er zich
wel bij neerleggen en zal het voorstel schriftelijk in-
dienen.
De heer Van Unen verwacht dan van Burgemeester
en Wethouders praeadvies met opgaaf van kosten.
De heer de Wilde zegt, dat de kosten ongeveer
f 1200.zullen bedragen.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethou-
ders het voorstel zullen nagaan en zien, of het mis-
schien ook nog eerst in de Commissie van Overleg
moet worden behandeld.
Ziekte De heer Tromp zegt, dat zich in gemeentedienst
straatmaker"ians een droev'g geval voor doet. Het belreft den
i gemeentewerkman M. Beck, die 28 dienstjaren heett
en thans reeds geruimen tijd ziek is. Is het niet mo-
gelijk om in dit buitengewone geval, hem tegemoet
te komen en zijn ziekengeld te blijven uitkeeren tot
dat een officieele uitspraak omtrent Beck is gedaan.
De Voorzitter antwoordt, dat door den heerTromp
een kwestie wordt aangeroerd, waarover juist een
brief van Burgemeester en Wethouders is verzonden.
Niets zou spreker aangenamer zijn, dan dat Beck weer
beter wordt, maar volgens een geneeskundige zal hij
zijn vroeger vak in gemeentedienst niet meer kunnen
beoefenen. Hij krijgt nog steeds ziekengeid en reeds
langer dan waarop hij volgens het werkliedenreglement
recht heeft. Er moet toch eindelijk eens een eind aan
komen en daarom hebben Burgemeester en Wethou-
ders hem in overweging gegeven zich te laten keuren.
Wordt hij afgekeurd dan zal hij pensioen kunnen
krijgen. Hij is dan niet ongunstig uit, omdat hij onder
de overgangsbepalingen van de nieuwe wet valt.
De heer Tromp geeft toe, dat er reeds clementie
is gebruikt. De dokter zegt, dat hij wel weer beter
kan worden, maar niet meer geschikt zal worden
voor zijn werk als straatmaker. Spreker hoopt, dat er
dan wel een ander plaatsje voor hem te vinden zal zijn.
De heer Van Unen zegt, dat het de vraag is, of er
dan inderdaad een andere plaats beschikbaar zal zijn.