26 JANUARI 1922. 5 Spreker is een groot tegenstander van de rijwielberg- plaats en zou den muur op een of andere wijze willen maskeeren. De Voorzitter zegt, dat men uit zijn woorden niet de gevolgtrekking moet maken, dat er aan het Post- kantoor evenveel rijwielen zouden komen als aan de Zwemvijvers, maar dat een rijwielbergplaats niet nood- zakelijkerwijs altijd kosten met zich brengt. De rijwiel- bewaarplaats bij de zwemvijvers wordt verpacht. Spreker geeft toe, dat er thans bij het Postkantoor niet zooveel fietsen staan, maar dat dit komt omdat ze er niet veilig staan en die verstandig is, zet z'n rijwiel daar niet neer. De menschen uit de buurt gaan loopen en de anderen zetten hun rijwiel ergens anders neer. Heeft men een bergplaats, dan zullen er zeker meer fietsen komen. Het gevaar voor diefstal wordt er niet mee uitgesloten, maar het maakt toch een groot verschil, wanneer het rijwiel op straat staat, dan wanneer het in een bewaarplaats wordt gezet. Als er wat toeloop komt, dan is de mogeiijkheid niet uitge- sloten, dat men hier ook tot verpachting kan overgaan. De lieer Tromp zegt, dat het geen bewaarplaats is, want dan zou er bewaking bij moeten zijn, maar hoogstens een bergplaats. Waar nu het Rijk zoo krenterig is, ondanks het groote offer der Oemeente, is spreker tegen deze bergplaats. De postbeambten, dus ook het Rijk zelf zou er belang bij hebben. De Voorzitter deelt mede, dat het Rijk wel zorgt voor een bergplaats voor den dienst. Burgemeester en Wethouders hebben zich op het standpunt gestel J, dat het voor de ingezetenen zeer geriefelijk zou zijn. Qorspronkelijk was het Rijk er wel voor, maar later niet meer. De heer de Boer vindt, dat het over het algemeen te duur wordt. Het bezwaar van dien kalen muur zou ook kunnen worden ondervangen door boomen of groenblijvende planten. De Voorzitter zegt, dat uit architectonisch oogpunt de muur beter door de r.jwielbergplaats kan worden bedekt. De heer Van Unen zegt, dat wanneer de aanbeste- ding tegen valt, het Rijk daarin eerst nog wel gekend zal moeten worden. Hij vraagt, of men zeker is, ge- noemde percentages als huur te ontvangen. De Voorzitter antwoordt, dat het Rijk heeft toege- zegd die percentages te nemen als basis voor de huur. 't Zou natuurlijk kunnen zijn, dat de aanbeste- ding dermate tegenviel, dat het Rijk het te duur zou vinden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1922 | | pagina 5