15
1Ö FEBRUARI 1922.
3
Art. 4. Onder kosten van het onderwijs, in het
vorig artikel bedoeld, worden verstaan de salarissen
van het personeei, de leer- en hulpmiddelen van het
onderwijs, de verlichting, verwarming en het dagelijksch
schoonhouden van de schoollokalen en andere geringe
kosten voorkomende op de ingediende raming.
Onder de kosten van het onderwijs worden in deze
verordening niet begrepen de huren van schoollokalen
noch de kosten vailende op het bouwen van school-
lokalen of van afschrijving op of verbetering van
gebouwen.
Bij de berekening van de kosten blijven die ge-
maakt voor leerlingen van eiders, buiten beschouwing
en worden de kosten berekend naar een breuk waar-
van de teller gelijk is aan het aantal kinderen behoo-
rende tot de bevolking dezer gemeente en de noemer
van het geiieele aantal leeriingen.
Het subsidie vervalt zoodra van Rijkswege in de
subsidieering van het voorbereidend Lager Onderwijs
wordt voorzien.
Deze wijzigingen worden geacht in werking te zijn
getreden op 1 Januari 1922.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 16
Februari 1922.
De Secretaris, De Voorzitter,
Slotbepaling