22 JUNI 1922. 68 De heer Van der Erf vraagt, of indien niet besloten wordt om aan te sluiten bij Haarlem, de gemeente dan op een grootere zorg komt en of er een over- zicht is, welke kosten dit zal meebrengen. De Voorzitter deelt mede, dat er 3 mogelijkheden zijn. Aansluiting bij Haarlem, een eigen abattoir en slachting in particuliere slachterijen met een gebouw voor noodslachtingen. Een abattoir moet zoo ingericht zijn, dat men daar steeds klaar is. In een abattoir moet een inrichting zijn om te stereliseeren, om zoo vleesch, dat aan 't kantje is, nog te behouden. Verder moet er een destructor zijn voor het vernietigen van afgekeurd vleesch. Men zou dit ook kunnen doen door het in den grond te stoppen of door het te ver- branden in een retort van de gasfabriek. Een eigen abattoir zou hier veel te duur worden. De 3e. moge- lijkheid, slachten bij de slagers met een gebouw voor noodslaclitingen, wordt door den Directeur van het abattoir te Haarleni geraamd op een jaarlijksche uit- gaaf van fl 0.240. De heer de Wilde vraagt, of het advies van dien Directeur wel een onpartijdig advies is. De heer Dr. Droog zegt, dat die cijfers te contro- leeren zijn. De Voorzitter zegt, dat dit na te gaan is. In ant- woord op de vraag van den heer Van der Erf kan hij mededeelen, dat de kosten in elk geval zeer aan- zienlijk zijn. De heer Van der Erf zegt, dat het de gemeente in elk geval dus een tamelijk groot bedrag zou kosten. Met het oog op de bezuiniging zou hij er daarom voor gevoelen om aan te sluiten bij Haarlem. Hij gelooft niet, dat dit zooveel schade voor de slagers zai opleveren, temeer daar deze de kosten wel op de vleeschprijzen zullen verhalen. Spreker noemt het een stap in de goede richting, wanneer de slachting in particuliere slachtplaatsen niet meer wordt toegestaan. Bovendien zullen de slagers als ze doordenken met- tertijd ook tot een andere conclusie moeten komen, omdat men over enkele jaren betere toestanden zal moeten hebben, zoodat de bestaande slagerijen groote verbouwingen en uitbreidingen moeten ondergaan. Spreker gelooft daarom de aansluiting bij Haarlem te moeten toejuichen. De heer Van Unen heeft deze voordracht met be- langstelling gelezen. In dat stuk staat, dat met de Heemsteedsche slagers een bespreking heeft plaats gehad, Hij vindt het jammer, dat het resultaat van die bespreking er niet bij staat en ook dat hij bij de raadsstukken niets overdeze bespreking heeft gevonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1922 | | pagina 6