22 JUNI 1922. 70 huis, om reeds nu een principieele beslissing te ne- men en dat dan later de verordeningen wel komen Hij vindt, dat men daaraan geen genoeg houvast heeft. Besluit men in principe, dan is men ook in principe gebonden, spreker wil liever beslissen met vasten grond onder de voeten. Als men aansluit bij Haarlem dan komt men mogelijk later te staan voor hooge slachtprijzen behalve de hooge transportkosten. Hij stelt daarom voor de zaak nader te behandelen en nadere gegevens te verzamelen, zoodat men dit runt nog eens goed kan overwegen. De Voorzitter zou eerst den heer Van Unen willen beantwoorden. Hij kan het volkomen begrijpen dat de leden zooveel mogelijk gegevens willen hebben, maar als de leden nadere inlichtingen vragen, kunnen ze deze steeds gaarne krijgen. Dat de Directeur van het slachthuis de cijfers zal flatteeren, gelooft spreker niet zoo direct. Spreker gelooft, dat de Directeur e cijfers naar overtuiging juist heeft opgegeven. Hij meent er zich tegen te moeten verzetten, om nu nog gegevens van de slagers te vragen. Hij kan met den indruk krijgen, dat de slagers er zoo heel veel belang bij hebben. Immers in Maart 1921 hebben zij een adres ingediend, waarbij werd verzocht nog geen be- slissing te nemen inzake de Vleeschkeuringswet, om- dat ze zelf met plannen zOuden komen. In een geheel jaar heeft men toen niets van de slagers gehoord, tot ze nu, na het lezen van het voorstel van Burgemees- ter en Wethouders in de krant, weer met een adres komen. Als zij zooveel belang bij deze zaak nebben, zouden zij toch zeer zeker eerder met hun belangen voor den dag zijn gekomen. Spreker weet met, ot Burgeineester en Wethouders er nu nog voor gevoe- len om de slagers na te loopen met de vraag„wat willen jullie". Persoonlijk is spreker er niet voor om de slagers er nu nog eens in te kennen, omdat ze volkomen gelegenheid gehad hebben hunne plannen mede te deelen. Wel aldus spreker hebben de vorige sprekers gewezen op de financieele zijde, wat het voordeeligst is, maar geenszins op de andere zij- den. Aansluiting bij het slachthuis te Haarlem biedt groote voordeelen, vooral op gezondheidsgebied maar tevens is het economischer dan kapitaal te steken în een gebouw voor noodslachtingen met bijkomende kosten. Bovendien moet het toch eindelijk in een plaats als Heemstede eens uit zijn met dien °uder" wetschen toestand van slachten in slagerijen. Dit îs uit den tijd, zoo niet uit den booze. Als men het ge- loei en gejank hoort van beesten, die in stallen zijn opgeborgen en die geslacht zullen worden, dan îs er

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1922 | | pagina 8