20 JULI 1922.
83
Spreker wil niet beweren, dat de bestaande slagerijen
smerig zijn, maar hij kent de gemeente lang genoeg,
om te weten, dat men in de omgeving toch last van
de slagerijen heeft en dat het geloei der koeien de
menschen hindert. Hij weet, dat het gebeurt, dat dc
ratten spelen met de darmen, die soms in de vaart
drijven. Ook nebben de menschen hinder van den
stank der vetsmelterijen. Men kan dit ontkennen, maar
t îs zoo.
Wat de hygiênische zijde betreft, wenscht spreker
er pp te wijzen, dat een plaatselijke keuring onmo-
gelijk zoo goed kan zijn als aan het abattoir. De
keurmeester kan een hoogstaand man zijn, maar als
steeds dezelfde persoon bij dezelfde menschen komt
controleeren en daardoor aan alle verleiding blootstaat,
dan heeft die controle bij spreker niet zooveel waarde'
a's wanneer ze aan het slachthuis gebeurt. Ook'
zal de keuringsveearts het bacteriologisch onderzoek
onmogelijk zoo goed kunnen doen als aan 't abattoir.
bpreker weet bij eigen ervaring, dat wetenschappelijk
onderzoek moeilijk kan worden gedaan door menschen
met een drukke praktijk.
Van economisch standpunt bezien, moet men toch
°°k waar voor zijn geld hebben. De heer Van Unen
kwam tot de conclusie, dat de slagers bij aansluitino-
aan Haarlem ongeveer f 70C0.meer liebben te be-
talen.
De heer Van Unen „minstens f7500 meer".
De heer Dr. Droog gelooft, dat dit verschil niet
meer zal zijn dan f4000. AIs men niet aansluit bij
Haarlem, dan zullen waarschijnlijk een aantal menschen
hun vleesch in Haarlem koopen, omdat daar een
betere keuring is dit verlies van klanten weegt mis-
schien wel tegen het verschil in kosten op. BoVendien
heeft men aan het abattoir een uitstekenden vleesch-
handel en beschikt men daar over buitengewoon goed
ingerichte koelkamers. Stel verder eens het gevaC dat
°ver enkele jaren de wet wordt toegepast, dan zûllen
vele slagers onkosten krijgen omdat de slagerijen dan
moeten worden ingericht volgens de eischen der wet
en dit is een zaak van groot belang. Bovendien be-
houden de slagers het recht om te^laten slachten aan
het abattoir en spreker gelooft, dat enkelen dit recds
doen.
De heer Van Unen zegt, dat de kosten daaranders
met germg zijn.
De heer Dr. Droog deelt mede, dat het slachthuis
het vorige jaar nog f2800,— winst heeft gemaakt.
De heer Van Unen denkt, dat ze dit maar gezegd
hebben. fa
De heer Dr. Droog zegt, dat het slachthuis over