20 JULI 1922.
85
steden niet meer te slachten, maar voor een stadje a!s
Heemstede geldt toch dit bezwaar niet. Hijisheteens
met den heer Van Lennep, dat men hier geen rommel
moet hebben, maar daar komt nu al verbetering in
door den vleeschkeuringsdienst. Men moet echter van
den zegen van dien dienst geen Iast maken. Er zijn
nog niet veel kleine abattoirs aanwezig,
De heer Dr. Droog zegt, dat de ofticieele cijferS
van den accijns heel anders zijn dan het aantal pon-
den vleesch, opgegeven door de slagers. Het schijnt
dus, dat reeds veel aan het abattoir wcrdt geslachtof
dat er gesmokkeld wordt.
De heer Van Unen zegt, dat dit verschil komt,
doordat vele slagers uit deze gemeente in combinatie
slachten met slagers uit naburige gemeenten.
De heer Dr. Droog zegt, dat men in elk geval van
die slagers geen keurloon ontvangt.
De heer Tromp merkt op, dat gezegd is, datHeem-
stede niet te vergelijken is met een landelijke gemeente.
Hij juicht het toe, dat de gemeente hard vooruit gaat,
maar verschillende dingen wijzen toch op de lande-
lijkheid van Heemstede en juist door die landelijkheid
heeft het aantrekkeiijkheid. Dat de vorige burgemees-
ter al 15 jaar geleden getracht heeft de slagerijen op
te ruimen, bewijst wel, dat de poging gefaald heeft,
want deze was niet de man om bij de pakken neer
te zitten en had het anders zeker wel doorgevoerd.
Wanneer de politie constateert, dat er rommel in de
vaart gegooid wordt, dan kan zij toch aan de hand
van de verordening ingrijpen. De reuk van de vet-
smelterijen blijft er even goed. In plaatsen als Alkmaar
en Amsterdam heeft men ook den reuk van kalk- en
koffiebranderijen en nog wel in een dichtbevolkte
buurt. In een der rapporten wordt gezegd, dat een
eigen dienst geen waarborg geeft voor voldoende
keuring, maar men heeft ook geen waarborg, dat het
vleesch bij het vervoer goed blijft. De üemeente-
Controleur wordt door Burgemeester en Wethouders
in bescherming genomen, wanneer het vermoeden
wordt uitgesproken dat diens rapport eenzijdig is,
niaar vvaarom zou dan wel de keurmeester eenzijdig
zijn. Niet alleen zal het vleesch duurder worden, maar
bovendien is een groote factor, dat de slagers meer
personeel noodig hebben, als ze het vleesch niet in
de vleeschwagens willen laten thuis brengen. Hetgaat
toch niet aan zoo maar in te grijpen in de broodwin-
ning van enkele middenstanders, wanneer de nood-
zaak daarvan niet is aangetoond. Als men den keur-
meester verdacht wil maken, kan men dit ook nog
wel andere ambtenaren doen, bijv. den Inspecteur van