21 SEPTEMBER 1922.
127
Burgemeester en Wethouders thans met deze voor-
stellen zijn gekomen. Dat dit besluit toen is aangeno-
men en dat naar aanleiding daarvan het adres der
slagers nu is ingekomen, is niet sprekers schuld. Hij
betreurt deze aansluiting, waarvan het gevolg zoodanig
zal zijn, dat wegens de overeenkomst nu ook nog
zal moeten komen een verbod tot het oprichten of
hebben van slagerijen. Spreker was er toen al niet
voor om bij Haarlem aan te sluiten wegens financi-
eele redenen, nu is hij er dubbel tegen. Een slager,
die in Heemstede jaar en dag zijn bedrijf heeft uitge-
oefend, zal nu zijn bedrijf stop moeten zetten en ge-
woon koopman in vleesch worden Hij vindt dit een
kolossale en niet duidbare consekwentie. Spreker is
pas terug, maar heeft zich toch nog even van den
toestand op de hoogte kunnen stellen. 't Is hem ge-
bleken, dat men ook in de hoogere veterinaire krin-
gen geschrokken is van dergelijke consekwenties en
men heeft gevoeld, dat men moest trachten met de
betrokken directeuren van abattoirs tot een compromis
te komeii, waarbij de slagerijen kunnen blijven bestaan,
maar dat men toch ook krijgt wat de wet eiscfd, n.l.
een doeltreffende keuring. Dit is dus nog een andere
weg, dan dien van aansluiting bij het abahoir van
Haarlem. Spreker heeft hooren zeggen, dat de groote
abattoirs wel te vinden zouden zijn voor een dergelijke
regeling. Men heeft dus 3 gevallen, lo. het meest
verststrekkende n.l. de aansluiting bij het abattoir te
Haarlem zooals Burgemeester en Wethouders wen-
schen, 2o. een eigen keuringsdienst met behoud van
particuliere slachterijen en 3o. het uitoefenen van den
keuringsdienst door personeel van het abattoir te
Haarlem in deze gemeente met behoud van de slach-
terijen. Deze laatste manier lijkt spreker vooral aanbe-
velenswaardig voor gemeenten in de nabijheid van
een abattoir. Men laat de slagers in hun slagerijen
slachten en gaat een contract aan met Haarlem, om
keurmeesters ter beschikking te stellen en in geval
van noodslachtingen kan het abattoir worden aange-
wezen. Deze oplossing is ongeveer dezelfde, als die
welke spreker gewild had en men behoeft dan niet
den strengen kant uit, dien men thans zou uitgaan.
Spreker zou daarom zeggen, dat men het vorige be-
sluit moest intrekken, niet omdat spreker niet voldoende
gevoel heeft voor continuïteit van raadsbesluiten, maar
omdat de gelegenheid zich voordoet nog een weg te
vinden, die voor allen een bevredigende oplossing
geeft. De slagers zijn er mee gebaat en de vele be
zwaren betreffende het vleeschvervoer vervallen er
door.