21 SEPTEMBER 1922.
De heer Van Unen zegt, dat bij aanneming van zijn
voorstel er toch een voorstel zal moeten komen tot
intrekking van het vroeger besluit. Spreker geeft toe,
dat de voorgestelde verordening de zuivere conse-
kwentie is om het vroeger genomen besluit uit te
voeren, maar inmiddels zijn er andere ideën gekomen.
Feitelijk zou het toch neerkomen op een afstemmen
van de verordening.
De heer De Boer vindt, dat het nu wel een beetje
lastig wordt oni voor of tegen te stemmen. Men weet
niet, hoe het zal worden, omdat de voorsteller geen
getallen geeft. De goede orde eischt, dat nien uitvoert
wat besloten is. Men mag er toch geen jongenswerk
van maken. Aan den anderen kant bekruipt hem de
lust weer om naar dit nieuwe voorstel te luisteren.
De heer Van Unen wijst er op, dat de heerTromp
ook al gezegd heeft, dat spreker zou vergeten hebben
om cijfers te noemen. Als men de raadsnotulen na-
ziet, heeft men cijfers, die op enkele honderden gul-
dens na, door den controleur der gemeente-financicn
niet geheel aanvechtbaar zijn verklaard. Gebleken is,
dat een eigen keuringsdienst ongeveer 7 f SCOO.
goedkooper is dan aansluiting aan het abattoir, hetgeen
er op neerkomt, dat de consiunenlen dat bedragmin-
der te betalen hebben. Wanneer men nu geen eigen
keuringsdienst neemt, maar de keuring door Uaar-
lemsche ambtenaren geschiedt, heeft men een com-
promis-voorstel, waarbij Burgemeester en Wethouders
niet belast worden met een eigen keuring, maar waar-
bij men ook niet krijgt de forsche aansluiting bij het
abattoir te Haarlem.
De Voorzitter gelooft, dat men thans buiten cle
orde gaat. Het gaat bij dit agenda punt over de vast-
stelling der verordening en daarom is het niet juist in
allerlei beschouwingen te treden. In de vcrige verga-
deringen heeft men over het plan zelf kunnen spreken
maar nu gaat het over de uitvoering van het toen
genomen besluit, het vaststellen der verordening. Kan
men er zich niet mee vereenigen, dan lijkt het spre-
ker meer de orde om de verordening af te stemmen.
De heer Tromp zegt, naar aanleiding van de vraag,
van den heer De Boer wat de toekomst zal bieden,
dat dit juist door den heer Van Unen is toegelicht.
Voorts heeft de heer De Boer opgemerkt, dat het iets
op jongenswerk lijkt om op een vroeger besluit terug
te komen, doch spreker vindt, dat de zaak wegens
het nadeel voor den middenstand wel goed bekeken
mag worden en hij kan zich voorstellen, dat de heer
De Boer op een nadere toelichting van het voorstel
van den heer Van Unen aandrong. Men zit hier toch