164 23 NOVEMBER 1922 De Voorzitter zegt, dat dit een zeer belangrijke kwestie is, welke ook reeds eeniger mate in het prae- advies is uitgewerkt. Burgemeester en Wethouders hebben voorgesteld de benoodigde gelden te verstrek- ken en de Raad heeft dit aangenomen. Toen istegen dat raadsbesluit in beroep gegaan door den heerVan Unen niet als raadslid maar als ingezetene. Volgens de lageronderwijswet heeft elk ingezetene, het recht om tegen dergelijke besluiten in beroep te gaan en daarom heeft ook de heer Van Unen dit gedaan als ingezetene. Wanneer de heer Van der Erf den heer Van Unen wil vragen om het beroep in te trekken, zou hij zich moeten wenden tot den ingezetene Van' Unen, wonende in de Eindenhoutstraat. Hij geiooft, dat de vraag zooals deze hier wordt gesteld, een klein beetje misplaatst is. De heer Tromp zou den heer Van der Erf op het hart willen drukken om, wanneer hij zich richt tot den heer Van Unen, Eindenhoutstraat nummer zooveel, of hij het beroep wil terugnemen, dezen tevens te vragen of het waar is, dat hij in beroep is gegaan zonder zich van den toestand op de hoogte te hebben gesteld. Hij zou het een verschrikkelijk feit oordeele'i als dit waar is. Spreker zou het mooi gevonden heb- ben deze kwestie bij de gemeentebegrooting te be- handelen. De Voorzitter vindt, dat de vragen van de heeren Tromp en Van der Erf eenigszins een particulier ka- rakter dragen. Deze kwestie behoeft hier niet bespro- ken te worden, omdat ze niet gaat tegen een raadslid maar tegen een particulier. De heer Dr. Droog zegt, dat de vorm, waarin de heer Van der Erf deze kwestie ter sprake brengt, mis- schien niet de juiste is, maar hij heeft toch uiting ge- geven aan een klacht, die hier algemeen heerscht. Hier bezoeken ongeveer 8 900 kinderen bijzcndere scholen en ruim luO kinderen de openbare school. De voorstanders van bijzonder onderwijs redeneeren nu zoo, dat de belangen van de kinderen der bijzon- dere scholen niet erg sterk bij den Raad gelden. Als er iets gedaan moet worden, zooals het bouwen van een nieuwe school of het verleenen van eene bijdrage voor herhalingsonderwijs, dan worden de besluiten met slechts 1 stem meerderheid aangenomen, terwijl er dan nog iemand komt die een spaak in 't wiel steekt. De Lager Onderwijswet is nu eenmaal zoo, dat de gelijkstelling niet altijd tot haar recht kan kornen, maar dat is nog geen reden om onwelwillend tegen- over het bijzonder onderwijs te staan. Het is zeer juist wat de heer Trcmp zegt en ook spreker gelooft,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1922 | | pagina 10