23 NOVEMBER 1922 166
de heer Tromp er wel op voorbereid was en dat hij
er wel wat meer van wist, want waarom heeft hij
anders de notulen van 20 Juli meegenomen.
De heer Tromp zegt, dat geen verdachtmaking mae
geschieden. 6
De Voorzitter gelooft, dat deze zaak nu van alie
kanten îs besproken en dat het beter is de discussies
thans maar te sluiten.
De heer Van der Erf zou aan het adres van den
heer Tates willen zeggen, dat hij niet moet insinueeren
dat vooraf enkele leden over deze zaak met elkaar
m verbinding hebben gestaan, al zou dit op zichzelf
toch heelemaal niet erg zijn. Hij gelooft, dat het niet
juist is, dat zulke vermoedens maar in 't wilde weg
gezegd worden.
De heer Tates zegt enkel maar van een vermoeden
te hebben gesproken.
Hierna sluit de Voorzitter de discussie over deze
zaak.
Straatna- De heer Moolenaar acht het gewenscht namen te
men bij geven aan de straten van de nieuwe wijk, waar Ro-
Muntersl sentiart en Houtkooper bouwen.
De Voorzitter deelt mede, dat voor deze straten
passende namen zullen worden gezocht van personen
bekend op het gebied van electriciteit. Dit zal no<r
even moeten wachten.
De heer Moolenaar vindt het gemis van straatnamen
moeilijk met het oog op het maken van contracten.
De Voorzitter denkt dat deze de volgende raads-
vergadering wel kunnen worden vastgesteld.
Naar aanleiding van een vraag van den heer De
Boer antwoordt de Voorzitter, dat inlichtingen over
de begrooting van het Gasbedrijf beter kunnen wor-
den verstrekt bij de behandeling der begrootingen.
Oprichting De heer De Boer vraagt, ot voor het oprichten van
slagerii een sIa&enî °°k vergunning noodig is.
J- De Voorzitter antwoordt, dat dit noodig is op grond
van de Hinderwet.
IJsbaan De heer Vring deelt mede, dat er plannen zijn om
Groenend. een 'j'shaan in Groenendaal te maken. Men zou Bur-
gemeester en Wethouders daarover eerstdaags een
bezoek willen brengen. Met het oog op werkverschaf-
fing zou dit een mooi werk kunnen zijn.
De Voorzitter wilde over werkverschaffing spreken
in geheime vergadering en daarom vindt hij het betei
Meerpalen daarin deze geheele materie te behandelen.
losplaats Deheer Vring zegt, dat een schipper, die Iostte aan
I eirkrhp i°S|? -j 3311 de Leidschevaart, zijn groote onte-
vredenheid er over uitsprak, dat er geen enkele paal
vaartweg. is, waaraan hij zijn schip kan vastleggen. Een schip,