21 DECEMBER I922
Bij volgno. 108 vindt de heer Tates een uitgaaf van
f 800.voor het plantsoen bij het Raadhuis verschrik-
kelijk hoög.
De Voorzitter zegt, dat volgens deskundigen de
rozen geheel op zijn en vernieuwd moeten worden.
Dit plantsoen moet er netjes uit zien.
De heer De Wilde zegt, dat de rozen f 250,— kos-
ten en dat de rest arbeidsloon is. Anderhalven dag
per week mag er toch wel in dit plantsoen gewerkt
worden.
De heer Jhr. van de Poll wijst er op, dat mooie
tuintjes altijd veel geld eischen. Anders zou men dit
plantsoen groen moeten laten blijven en geen bloemen
moeten planten, maar bloemen zijn hier wel op hun
plaats.
De heer Moolenaar zegt, dat de tegenwoordige
rozen er al vijftien jaar in staan.
De heer Tates vraagt verder, of niet de mogelijk-
heid bestaat het plantsoen om de z.g. theebus op
Bosch en Vaart weg te nemen en een lantaarn op de
theebus te plaatsen. Op dat punt komen 6 straten bij
elkaar. De verkeersweg zcu er breeder door worden,
terwijl ook de verlichting er veel door zou verbeteren
mén kan daar nu haast niets zien.
De Voorzitter zegt, dat dit meer onder verlichting
valt dan onder plantsoenen. Hij vreest, dat het een
leelijk gezicht zal geven, wanneer de hulst, die om de
theebus staat, wordt weggenomen. Bovendien is deze
zuil draaibaar, hetgeen misschien een bezwaar is om
er een lantaarn op te plaatsen. Wordt er een lantaarn
bij genlaatst, dan zit men aan den anderen kant van
de zuil in de schaduw. Spreker zou er daarom maar
niet veel aan willen tornen.
De heer Tates zegt, dat de zuil met planîsoen mid-
den in den verkeersweg staat.
De heer De Wilde heeft er zich over verwonderd,
dat daar zoo weinig verkeer is.
De heer Tates zou een lichtpcht willen aanbrengen
b'ove'n op de zuil.
De Voorzitter zegt, dat het een draaibare zuil is en
dat het daarom de vraag is, of dat wel mogelijk is.
De heer Tromp vraagt, of de zuil niet te maskee-
ren is door er een urinoir bij te plaatsen, temeer om-
dät op Bosch en Vaart geen urinoir is.
Volgno. 108 wordt daarna ongewijzigd vastgesteld.
Bij volgno. 110 vraagt de heer Tates, of door Haar-
lem afzonderlijk of door ingezetenen van Haarlem
worden betaald de kosten van het riool in de Schouw-
tjeslaan.
De Voorzitter deelt mede, dat de ingezetenen van