22 FEBRUARI 1923.
Vöör het gebruik maken van het verleende recht
of de gegeven vergunning, moet de kwitantie van
het betaalde bedrag ter gemeente-Secretarie en des-
gevorderd ook aan den doodgraver worden vertoond.
Art. 4.
Het recht, vermeld in art 5 van de bovenbedoelde
verordening, moet worden voldaan bij de overboeking.
Art. 7.
De invordering van de bij deze verordening be-
doelde rechten geschiedt, zooveel noodig, overeen-
komstig de bepalingen van de artt. 258 tot en met
262 der gemeentewet.
Art. 8.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 22
Februari 1923.
Deze verordening treedt in werking op hetzeifde
tijdstip waarop de heffingsverordening in werking
treedt.
Alsdan vervalt de verordening op de invordering
van begraafrechten in de gemeente Heemstede, vast-
gesteld bij besluit van 15 November 1916.
De Secretaris,
Art. 5.
De rechten vermeld in het eerste lid van art 8 van
de bovenbedoelde verordening, moeten worden vol-
daan vöör het plaatsen van zerken hekken of voor-
werpen of het maken van grafkelders en in volgen-
de jaren voor den eersten April van het jaar, waar-
over het onderhoud loopt.
De rechten, vermeld in het 8e lid van art. 8 van de
bovenbedoelde verordening, moeten worden voldaan
vöör den aanvang van den termiin van vijftig jaren.
De rechten genoemd in het 9e, lOe en 11 e lid van
art. 8 van de bovenbedoelde verordening moeten wor-
den voldaan vöör de plaatsing vandedaarin genoem-
de voorwerpen of vöördat met de genoemde werk-
zaamheden wordt aangevangen.
De Voorzitter,