Verhaal pensioensbijdragen
Onderwijzend Personeel.
22 FEBRUARI 1923.
Aan den Raad.
Bij het Koninklijk Besluit van 28 November 1022,
Staatsblad no. 638, is geregeld het verhaal door het
Rijk van pensioensbijdragen op de ambtenaren, voor
wie het Rijk die bijdragen verschuldigd îs.
Op die ambtenaren wordt een verhaal toegepast
van 3 pCt. van den pensioensgrondslag voor eigen
pensioen en van 5l4 pCt. voor weduwen- en wee-
zenpensioen, dit laatste echter van een bedrag van
f 3000.wanneer de pensioensgrondslag hooger îs
dan dat bedrag.
Volgens artikel 35, 2e lid der Pensioenwet 1922,
Staatsblad no. 240, is het Rijk o.m. ook de pensi-
oensbijdragen verschuldigd voor het onderwijzend
personeel van Openbare Scholen voor gewoon en
uitgebreid lager onderwijs, welke wedden door het
Rijk aan de gemeenten worden vcrgoed. Op dit per-
soneel wordt dus ook de bovenbedoelde 8lô pCt.
verhaa'.d.
Dit verhaal vindt echter weer geen toepassing op
het onderwijzend personeel, v/elks wedden door om-
standigheden niet door liet Rijk worden vergoec
doch ten laste der gemeente blijven.
Het komt ons gewenscht voor dat het geheele
onderwijzend personeel aan de openbare scholen op
denzelfden voet wordt behandeld, daar men anders
het geval zou kunnen krijgen, dat van een onderwij-
zer wiens wedde in verband met het aantal leerlingen
der' school niet door het Rijk aan de gemeente wordt
vergoed, geen pensioensbijdragen zullen worden ver-
haald, terwijl van denzelfden onderwijzer, vanat het
oogenblik, dat deze verplicht onderwijzer wordt, weer
wel verhaal zou moeten worden toegepast.
Nog willen wij er op wijzen, dat sedert eemgen
tijd de regeling der jaarwedden van het geheele
onderwijzend personeel door het Rijk geschiedt, zon-
der dat de gemeente daarop ook maar eemgen m-
vloed heeft kunnen uitoefenen, met het gevolg dat de
jaarwedden van genoemd personeel vroeger door
Uw College geregeld in overeenstemming met de
wedden van andere categorieën van ambtenaren, zelfs
na verhaal van bedoelde 8^ pCt., daarbij met on-
gunstig blijven afsteken.
Wij bieden U daarom bijgaand ontwerp-besluit ter
vaststelling aan.
Heemstede, 25 Januari 1923.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
A. A. SWOLFS