Uitbreiding Kamerovens
Gasfabriek.
22 FEBRUARI 1923.
Aan Burgemeester en Wethouders.
Toen op het einde van 1Q20 de plannen voor een
nieuwe verticale ovenbatterij gemaakt werden, bedroeg
de maximale etmaalaflevering 6585 M3. In verband
daarmede werd voor de nieuwe installatie een capa-
citeit van 9000 M3 gekozen.
Intusschen nam, vooral in het laatste jaar, de a.le-
vering in buitengewone mate toe, zoodat d%ma*imaf
etmaalaflevering in 1922 heeft bedragen 9015 M3, het-
geen derhalve in 2 jaar eene vermeerdenng van o7
nCt. beteekent.
Ofschoon de productie der ovenbatterij nog kan
worden opgevoerd, acht de Commissie het met den
Directeur niet wenschelijk, de ovens op hunne uiterste
capaciteit te belasten. Het is namelijk absoluut nood-
zakelijk, bij het ovenbedrijf eenige reservecapaciteit te
hebben om, ingeval van optredende bedrijfsstoormssen
het tekort aan productie onmiddellijk te kunnen înha-
len. Zulks is des te meer noodzakelijk daar de nuttige
gashouderruimte slechts c.a. 50 pCt. bedraagt van de et-
maalaflevering zoodat, ingeval van stonng, slechts voor
een halven dag voorraad aanwezig is. Voor de oe-
drijfszekerheid wordt het daarom een gebiedende
noodzakelijkheid geacht, ook în de ovencapaciteit
eenige reserve te hebben.
De reserve, welke thans nog aanwezig îs în den
vorm der 4 oude ovens met retorten, wordt ten eenen
male onvoldoende geacht, te meer daar voor de be-
diening hiervan een personeel van 14 stokers zou
benoodigd zijn.
Bovendien moet rekening worden gehouden met
het feit, dat ook in 1923 nog een aanzienlijke toena-
me van het gasdebiet zal plaats vinden.
Zooals ons uit de exploitatiecijfers is gebleken, îs
in Januari 1923 het debiet weer met 23.4 pCt. geste-
gen ten opzichte van het debiet van Januan 19-2
Indien deze verhouding in den loop des jaars blijft
bestaan zal de maximale etmaalaflevenng in 1923 wel-
licht de uiterste grens der ovencapaciteit overschrijden.
Het in-bedrijf nemen der oude ovens zou een on-
overkomelijke hinderpaal vormen voor de goede ont-
wikkeling der stokerij, daar deze ovens eenmaal weer
in-bedrijf zijnde, niet meer kunnen worden afgebroken
om plaats te maken voor nieuwe ovens.