22 FEBRUARI 1923-
De heer Dr. Droog zegt, dat er ten slotte een grens
is en deze grens heeft men overschreden In geen en-
kel ander land ter wereld is de 45-urige werkweek
ingevoerd. Zelfs op het Congres te Washington
durfde men de 48-urige werkweek niet te veranderen
in een van 45 uur. Nu zegt de heer Vring wel, dat
er zoo lang over gewerkt is om het zoover te krijgen,
maar spreker vindt, dat het in t laatst te plotseling
is gegaan en dat dit de reden is van de reactie van
thans. Minister Aalberse, die toch geen vijand van de
arbeiders is, heeft toch ook weer de 48-urige werk-
week ingevoerd en als zulke menschen zicli vergist
hebben, kunnen wij ook wel zeggen, dat we ons ver-
gist hebben.
De heer Vring zegt, dat het voor Minister Aalberse
een zeer groote strijd is geweest om van de 45-urige
werkweek over te gaan op de 4S-urige werkweek.
Hij heeft dit ten slotte gedaan onder den druk van
de groot-industrie. Spreker heeft zich ook een meening
gevormd omtrent de malaise lemaud van den metaal-
bewerkersbond heeft liem met openhartigheid gezegd,
dat er niets aan te doen is, dat het eenvoudig een
machtskwestie is.
De heer De Boer betoogt, dat wanneer men den
8-urigen of te wel den 7'<.-urigen arbeidsdag hoort
aanprijzen, men dit gewoonlijk doet door af te geven
op den ouden tijd toen men 10 1-! en meer uren
moest werken. De arbeidsvoorwaarden van thans
worden dan gesteld tegenover die van eenige tientallen
jaren terug, toen hier en daar de arbeider was over-
geleverd aan de willekeur van den werkgever. Spre-
ker zal de arbeidsvoorwaarden van den jongsten tijd
niet goedkeuren, maar wil evenzeer die van den ouden
tijd diep afkeuren. Hij zou zelfs den 8-urigen werkdag
van thans nog verkiezen boven den werkdag van een
20 of 40 jaar geleden. Hij noemt den 8-urigen werkdag
ook een kwade en wel omdat hij nooit eerlijk is
toegepast en omdat altijd maar een klein gedeelte der
werkers en werksters er van mogen profiteeren. Vele
intellrctueelen profiteeren er niet van. De geneesheer
o.a. kan zelfs niet eens van een 10 of 12 urigen werk-
dag spreken, terwijl hij ook niet dubbel mag rekenen
als hij overuren maakt of als men hem op Zondag
noodig heeft. Spreker wil hier eens naast zetten de
positie van den eenvoudigen werkman. Ook mochten
van het dolce farniente van den verkorten werkdag
niet genieten de groote massa werkers, die het voedsel
produceeren, n.l. de landbouwers, boeren en tuinders.
Heel Nederland profiteert van een groote massa voed-
sel, dat door de producenten voor een veel te lagen
prijs van de hand moet worder. gedaan. Spreker
weet wel, dat dit voor het grootste gedeelte moet