22 MAART 1923.
verplicht zorg te dragen, dat hij in het voertuig een
duidelijk leesbaar, door den Burgemeester voor „gezien"
geteekend exempiaar van het door Burgemeester en
Wethouders vastgestelde tarief van rijloonen op voor
de passagiers duidelijk zichtbare wijze heeft hangen
en dat hij van dengene, die van zijn voertuig gebruik
heeft gemaakt geen hoogere betaling vordert, dan
hem volgens dat tarief toe komt.
Art. 9.
De bestuurder van een stationneerend voertuig is
verplicht zorg te dragen, dat het aan het voertuig bij
het verleenen der vergunning door Burgemeester en
Wethouders gegeven nummer, steeds duidelijk op het
voertuig aanwezig is op de daarvoor door of namens
den Burgemeester aangewezen plaatsen.
Art. 10.
De bestuurder van een slationneerend voertuig is
verplicht telkens na elken verrichten dienst zich onver-
wijid met het voertuig te begeven naar eenderstand-
plaatsen bedoeld in art. 2 en daar eene plaats in te
nemen, tenzij daar reeds aanwezig is het op die plaats
krachtens dat artikel toegestaan aantal voertuigen van
een bepaalde soort, in welk geval hij verplicht is zich
met zijn voertuig te begeven naar een der andere
standplaatsen en zoo vervolgens.
Art. 11.
De houder eener vergunning tot het innemen van
standplaatsen betaalt jaarlijks voor elk voertuig, voor
het gebruik waarvan in zijn bedrijf hem door Burge-
meester en Wethouders vergunning is verleend, een
door hen te bepalen vergoeding, welke ten kantore
van den Oemeente-Ontvanger moet worden gestort
vöör den dag, met ingang van welken devergunning
is verleend en in het vervolg telken jare vöör den
lsten Januari van het jaar, waarvoor de vergunning
zal gelden.