22 MAART 1923
43
het geval is bij de Landelijke Federatie van Metaal-
bewerkers. Spreker zegt, dat wanneer het alleen de
bedoeling is datgene voor rekening der gemeente te
nemen wat voor de werkloozenkas extra wordt be-
taald, dan een bedrag van 75 cent of van fl.25 per
week niet geheel juist is. Spreker deelt verder mede,
dat bij Openbare Werken 122 werklieden te werk zijn
gesteld, waarvan 101 werkzaam zijn op het grondloon
voor werkloozen en waarvan 21 dat grondloon niet
ontvangen en dus ook niet voor de voorgestelde bij-
drage in aanmerking komen. Hij vindt dat de animo
voor de organisaties niet bijzonder groot is. Van ge-
noemde 122 werklieden zijn slechts 38 georganiseerd,
waarvan 15 bij „St. Deus Dedit", die geen premie
heft voor de werkloozenkas en 13 bij de bouwvak-
arbeidersbond „St. Joseph" die een premie heft voor
de werkloozenkas van hoogstens 50 cent, terwijl de
anderen bij 8 verschillende andere bonden zijn aan-
gesloten. Spreker vindt, dat het niet op den weg der
gemeente ligt om deze contributie te betalen Het loon
is niet hoog, maar toch zoodanig, dat menschen die
minder dan f 25.— verdienen door de bonden niet
vrij gesteld worden voor het betalen van contributie
Men zal nu het geval krijgen, dat iemand die f 24.—
in particulieren dienst verdient wel moet betalen en
iemand met f 24.in gemeentediensf, niets behoeft
te betalen. Het loon van een bieekersknecht bedraagt
f 25 f 26 per week, dat van een bloemist f 24 f 25,
dus ongeveer evenveel als het loon van een bij de
gemeente te werk gestelde werklooze. Deze werklie-
den zullen daarin zien een groote bevoorrechting van
de werkloozen. Indertijd is door den Raad besloten
het loon vast te stellen op f 24.per week. Nu is
spreker gebleken, dat dit met het oog op de 45-urige
werkweek is gesteld op f 24.30 en later door de 49-
urige werkweek is gebracht op f 24.50 Het loon heeft
het door den Raad vastgestelde loon dus met 50 cent
overschreden. Wanneer men nu die 50 cent beschouwt
als een vergoeding voor de contributie aan de werk-
loozenkassen, dan vindt spreker dit niet zoo erg, alleen
hebben ze het dan reeds een beetje langer genoten
als thans door Burgemeester en Wethouders wordt
voorgesteld. Hij is er echter absoluut tegen boven
deze f 24.50 nog de contributie te vergoeden.
üe heer Vring vindt, dat men het moet toejuichen,
als de werklieden zich bij een vakbond aansluiten.
Dit is een bewijs, dat ze hun eigen belang goed be-
grijpen. Een loon van f 24.50 per week is absoluut
noodig om van te kunnen leven. Neemt men de con-
tributie voor rekening der gemeente, dan is dat een