69
19 JULI 1923.
6
Art. 11 q.
Het is aan bestuurders van motorrijtuigen en rij-
wielen verboden binnen de bebouwde kommen op
den openbaren weg te rijden met een snelheid van
meer dan 20 K M. per uur.
In bepaalde, krachtens openbare kennisgeving daar-
toe aangewezen, straten is het genoemde bestuurders
verboden te rijden met een snelheid van meer dan
10 K.M. per uur.
De bovenbedoelde maximum snelheden worden
aangeduid door de in art. 8 der Motor er. Rijwielwet
1905 (Stbl. no. 63) bedoelde waarschuwingsborden.
De waarschuwingsborden zullen worden geplaatst
op de grenzen der in art. 68a genoemde bebouwde
kommen.
Art. 11 r.
Het is verboden bij gelegenheid van in het open-
baar gegeven muziek- of zanguitvoeringen in de open
lucht, tijdens het spelen der muziek of gedurende het
zingen op den openbaren weg of op voor het pu-
bliek toegankelijke open plaatsen te loopen binneu
een door de politie aan te wijzen kring.
Het is tevens verboden om bij de in het eerste lid
van dit artikei genoemde geval luid te spreken, fluiten,
schreeuwen, onnoodig op te dringen en dergelijke
handelingen uit te voeren die andere aanwezigen hin-
deren of het luisteren onmogelijk maken.
Art. lls.
De waarschuwingsborden, vermeldende voorschrif-
ten betreffende de regeling van het verkeer worden
op des noodig door Burgemeester en Wethouders
aan te wijzen plaatsen, aan gebouwen, muren, schut-
tingen of op terreiden zoodanig aangebracht, dat zij
gemakkelijk leesbaar zijn.
Art. llt.
Ieder, die hetzij voor zich, hetzij voor een ander,
beheer voert over een gebouw, muur, schutting of
terrein is verplicht
le. toe te laten, dat de in het vorige artikel ge-
noemde borden worden aangebracht op de daartoe
aangewezen plaatsen
2e. de eenmaal aangebrachte borden zichtbaar en
leesbaar te laten hangen.
Het wegnemen, onzichtbaar of onleesbaar maken
is niet strafbaar, wanneer het geschiedt op last of
met toestemming van Burgemeester en Wethouders.