Woningbouwfonds.
19 JULI 1923.
Aan den Raad.
In Uwe vergadering van 25 Februari 1921, no. 11,
werd op ons voorstel vastgesteid eene verordening
tegen beperking van woongelegenheid.
Nadien is echter bij Koninklijk Besluit van 24 Maart
1921, no. 8, in verband met het bepaalde in art. 8c
der Woningnoodwet zooals dat artikel is gewijzigd
bij de wet van 19 Februari 1921, Staatsblad no. 72,
bepaald, dat het in alie gemeenten verboden is zonder
toestemming van Burgemeester en Wethcuders eene
woning te onttrekken of onttrokken te houden aan
de bestemming, die zij op 1 Juni 1920 had, of zon-
der diezelfde toestemming eene woning af te breken,
Voorts geeft gemeld artikel 8c aan, dat Burgemeester
en WethouJers aan de toestemming voorwaarden
kunnen verbinden in het belang van de voorziening
in den woningnocd.
Op een door ons fot den Minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid gerichte vraag, deelde deze ons
mede, van meening te zijn dat de in den aanhef be-
doeiJe verordening, in verband met het bepaalde iu
artikel 151 der Gemeentewet, niet meer van kracht is.
Wij geven U daarom in overweging bedoelde ver-
ordening in te trekken.
Blijkens het bovens'aande berust dus het opleggen
van voorwaarden, te verbinden aan eene vergumiing
tot het ontfrekken van eene woning aan de bestenf
ming of tot het afbreken van eene woning bij ons
College.
Het ligt in ons vcornemen om in sommige geval-
Ien onder meer als voorwaarde te bepalen, dat be-
langhebbende een zeker bedrag moet storten. Wij
denken hier b.v. aan het geval, dat iemand een nog
in goeden sfaat verkeerende woning van een soort
waaraan behoefle besfaat van bestemming wenscht te
veranderen en niet voornemens is eene andere w^-
ning daarvoor in de plaats te bouwen.
Van deze gelden zouden wij dan een „Woning-
bouwfonds" willen vormen en de daarin te storten
gelden willen aanwenden tot verruiming van de woon-
gelegenheid.
In bijgaande ontwerp-verordening, welke wij U ter
bekrachtiging aanbieden, is de vorming van een zoo-
danig fonds geregeld.
Daarbij is bepaald wat ten bate en ten laste van
het fonds wordt gebracht, terwijl daarin voorts de
bepaling opgenomen is, dat beschikking over de gel-
den geschiedt krachtens een door Uwe vergadering
te nemen besluit.
Heemstede, 10 Juli 1923.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
A. A. SWOLFS,