27 SEPTEMBER 1923. 167 De heer Jorritsma zal het niet Iang maken, omdat den vorigen keer al uitvoerig over deze zaak is ge- sproken en hij gelooft, dat het standpunt van de leden niet veel veranderd zal zijn. Indertijd is besloten het Grotstuk in orde te brengen. In de vorige vergadering is gezegd, dat het loon, dat daarbij als basis is ge- nomen, is berekend naar f 30.— per week en omdat genoemd loon niet wordt uitbetaald, heeft spreker toen gezegd, dat de gemeente als Ioondrukster optreedt. Naar aanleiding daarvan zou hij willen voorstellen, om in plaats van een loon van 70 pCt. van het vroe- ger verdiende loon tot een maximum van f 18 plus de bestaande toeslagen lang niet allen ontvangen f 18 een loon van f 30.72 vast te stellen voor de geschoolden en van 70 pCt. van dat loon voor de ongeschoolden. Hij gelooft, dat dit overeenkomstig de vastgesteide verordening is. Wat betreft hetgeen de heer Van Hardenbroek heeft gezegd, dat heel Nederland, behalve de Sociaal Democraten, zooals hij zich durfde uitdrukken, langer wil werken en lager loon wenscht, gelooft spreker, dat als hier een petiti- onnement werd gehouden het wel eens heel anders zou kunnen zijn. Als de heer Van Hardenbroek zijn zin kreeg, dan zou men hier toestanden krijgen als in Noord Brabant en Limburg, die ten heme! schreien. Lr is al eens gezegd, dat als de Ioonen omlaag gaan de productie kosten Iager worden en de productiezal toenemen. Het is een spookbeeld, dat als de loonen niet omlaag gaan, de fabrieken niet meer kunnen be- staan. Spreker wil hier niet verder over uitweiden en zal afwachten het voorstel van de Katholieke Arbei- ders afgevaardigden. De heer Van der Erf wijst er op, dat door den heer Van Hardenbroek is gezegd, dat van rijkssteun niets meer komt. Hij gelooft, dat men daarom juist geheel in de lijn van het Rijk gaat als men zelf een regeling maakt en zelf de koe bij de horens pakt. De heer Van Hardenbroek vindt de regeling ongehoord en onjuist en zegt, dat hij boven den Raad zal trachten de regeling te wijzigen. Spreker hoopt, dat de heer Van Hardenbroek alleen zal blijven staan. Verder heeft de heer Van Hardenbroek gezegd, dat hij niet zoo gemakkelijk over de financieele belangen van de Ge- nreente heen stapthij stapt blijkbaar veel gemakke- lijker over de nooden van de werkloozen heen. Spre- ker vindt, dat men niet met twee maten moet meten. Wat betreft het gesprokene door Mevr. De Voogt, geeft spreker toe, dat verschillende leden de organi- saties den rug toekeeren. Het getal is echter niet zoo heel groot en hij vindt, dat dit geen reden kan zijn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1923 | | pagina 14